vrijdag 12 februari 2010

Hennepplantage

Dinsdagochtend 11.00 uur, Duivekervel, Oldenzaal. De gure wind doet de gevoelstemperatuur neigen richting dubbele cijfers in de min. Er zit sneeuw in de lucht; wit poeder dwarrelt zich een weg door het doorzichtige grijze wolkendek. Hoe toepasselijk voor het moment waarop een hennepplantage voor mijn neus wordt ontmanteld.

Even daarvoor zat ik nog op de redactie aan de Groote Markt. Er was een tip binnengekomen over een ontruiming aan de Duivekervel. Dus mag ik een kijkje nemen… met fotocamera natuurlijk.
Het was haasten. Je weet immers nooit of het om een grote of kleine plantage gaat.
Aangekomen blijkt dat zelfs de ontruimingsdiensten nog zijn gearriveerd. Wel lopen er enkele politieagenten en rechercheurs in het pand, dat door de inval een half uur eerder twee voordeurruiten moet missen.
Dan maar terug in de auto. Muziekje erbij en wachten… wachten op de ontruimingsdiensten.

~

Als ik in mijn binnenspiegel een takelwagen, voorzien van afvalcontainer, zie passeren weet ik genoeg. De ontruiming gaat beginnen. In het kielzog van de takelwagen komt een auto met bakken voor de hennepplanten, de aannemer en een medewerker van een gasbedrijf. Als ik tien minuten later druk aan het fotograferen ben richting het openstaande slaapkamerraam – van waaruit allerlei kweekhulpmiddelen in de container worden geworpen – komt een kale rechercheur aangelopen.

“Jij bent er snel bij”, zegt hij met een brede lach.
“Ik ben ingelicht”, antwoord ik terwijl ik me gelijk maar even voorstel.
“Door wie?” En de kale agent kijkt me nieuwsgierig aan.
Op dat moment weet ik nog niet wie onze redactie heeft ingelicht over de ontruiming, maar omdat ik het in dat geval ook niet zou zeggen, houd ik het lekker mysterieus.
“Dat mag ik niet zeggen.”
De rechercheur lacht. “Dat mág je niet zeggen of dat wíl je niet zeggen?”
Leuk, zo’n bijdehante opmerking. Maar ik houd voet bij stuk.
“Ik mag het niet zeggen én ik wil het niet zeggen…… en ik weet het ook niet trouwens”, biecht ik dan maar op.
De kale politieman lacht weer.
Nu stel ik de vraag: “En wat kan jij mij hierover vertellen?”
De rechercheur voelde de vraag al aankomen en is goed voorbereid.
“Ik kan hier nog niets over zeggen”, is het verwachte antwoord, “maar ik denk dat het wel duidelijk is dat het om een kwekerij gaat.”

Ik zeg dat ik datzelfde vermoeden ook heb.
Samen kijken we nog even naar het openstaande slaapkamerraam, als een in oranje gehulde schoonmaker een grote, lege kartonnen doos in de afvalcontainer gooit.
En inmiddels is de Duivekervel bedekt onder een flinterdun laagje poedersneeuw.


[Foto: Wilco Louwes, Bron: TC Tubantia]

dinsdag 2 februari 2010

Het drumstel van Kane

Ik had er zo achter kunnen gaan zitten, als ik had gewild. Het drumstel van Kane, op het grote concertpodium in Ahoy. De technici van Vrienden van Amstel Live zouden gek opkijken en mij wellicht verzoeken om achter het instrument weg te komen, maar ze zouden mij het niet af kunnen pakken. ‘One moment of fame’, even met het houten stokje de goudbruine bekkens pareren of stiekem de toonladder van C mineur op het keyboard aanslaan. Even de microfoon betasten waarop Jan, Nick en Simon enkele uren later zouden sputteren. Niets had me tegen kunnen houden.
Niet veel later zouden de bandleden van Kane de soundcheck zelf doen, al ware het maar voor even. En zonder leadzanger Dinand Woesthoff. Tja, je bent een leadzanger of niet he?

Vrijdagmiddag, backstage bij de voorbereidingen op Vrienden van Amstel Live. Zomaar? Nee, want ik mag meelopen met de Oldenzaalse Wajong-ambassadeur Cor Kamphuis, die samen met collega-ambassadeur Guus van den Dungen in het zonnetje wordt gezet door de UWV. Cor en Guus trekken met z’n tweeën het hele land door om bedrijven kennis te laten maken met de Wajong – zeg maar de AOW voor jonggehandicapten – en wat de mogelijkheden zijn om een Wajonger op een goede manier in het bedrijfsleven te laten integreren. Volgens Cor krijgen deze mensen al snel een stempel opgedrukt en durven werkgevers een dienstverband niet aan te gaan. Een duidelijke en kwalijke zaak dus, die Cor en Guus als ambassadeurs aan de kaak proberen te stellen.

Het was een leuke dag in Ahoy, maar het contact met echte sterren bleef helaas uit. Ze vonden het klaarblijkelijk niet nodig om voor het vijfde concert nog te moeten oefenen.
Besloten wordt een rondje kleedkamers te doen. Altijd leuk. Even binnenvallen bij Het Goede Doel van Henk Westbroek (er wordt daar zo te ruiken behoorlijk wat afgerookt), Xander de Buisonjé (inclusief breedbeeldtelevisie en massagetafel) en Van Velzen. Bij laatstgenoemde wordt de deur na het kloppen verrassend van binnenuit geopend. Een ongeschoren gestalte kijkt ons vriendelijk aan. Geen Van Velzen. Wel zijn crew, die wordt getrakteerd op het promotiepraatje van Cor. En ze lijken het niet erg te vinden. Integendeel; ze luisteren aandachtig naar wat de Wajonger te vertellen heeft. Zo wordt het dagje uit van Cor gedeeltelijk toch een werkbezoek.

Op de terugweg naar Oldenzaal (er moest immers nog voor elf uur ’s avonds een twee pagina’s vullend artikel worden geschreven) krijg ik gezelschap van Cor, die meerijdt. Er zouden nog boeiende gesprekken volgen, waardoor mijn kennis over de Wajong en het ambassadeurschap daarvan een flinke opsteker heeft gekregen.
Maar niet alleen de Wajong krijgt aandacht. Ook de begeleidster namens het UWV zou Cor ter sprake brengen.
“Een pittige meid he?”
En ik knik. Dat kan ik alleen maar bevestigen.