zaterdag 11 april 2009

Toiletgesprekken

Daar sta je dan, op zaterdagnacht, voor een urinoir in een plaatselijke kroeg, in uitgelekte plassen urine van je voorgangers een stom gesprek te voeren met een andere kroegganger die je vaak nog nooit hebt gezien. De vrouwelijke lezers zullen nu waarschijnlijk met een zuur gezicht voor hun computerscherm zitten en twijfelen of doorlezen de moeite waard is. De mannelijke lezers weten precies waar ik het over heb. Het is zo'n moment dat onvermijdelijk is in het uitgaansleven: het toiletbezoek. Dus voor alle vrouwen die willen weten wat er achter de gesloten deuren van de mannentoiletten gebeurt kan het toch lonen om even door te lezen.

Het is niet mijn stijl, praten tijdens het plassen. Ik concentreer me liever op het secure richtwerk en laat me volledig opgaan in de ontspanning. Toch zijn gesprekken in het uitgaansleven onvermijdelijk en zodoende kom je op het toilet de gekste mensen tegen. Het volgende scenario doet zich voor: na zorgvuldig een toilet te hebben uitgekozen ga je staan. Op dit moment is er geen weg meer terug en ben je afhankelijk van de deur, die ieder moment kan openslaan met God weet wat voor een figuur in de opening. Een selectie van types die het speelveld zouden kunnen betreden:

Type 1 (vrij vertaald naar Allard's ervaring): Je kent ze wel. Type Boris Boef. Zo'n grote, brede, kale, ongure, meestal ongeschoren man. Zojuist voor de zoveelste keer verwikkeld in een echtelijke ruzie en nu is hij het even beu. Wat doe je dan? Juist, je gaat naar het toilet. Een beetje mental coaching kan bovendien geen kwaad. "Kutwijven. Ze zijn allemaal hetzelfde." Het is een mooie opening van wat een hele interessante discussie kan worden. Je wilt echter geen ruzie met de man, dus glimlach je wat of bevestig je zijn stevige stelling. Dit is voor de man echter genoeg om het onderwerp verder uit te lichten. Zo ongeïnteresseerd als je bent probeer je zo snel mogelijk af te knijpen en de toiletten uit te hollen. Op het laatst schreeuwt de man je nog een bruikbare tip na: "Vrouwen, begin d'r niet an!"

Type 2 (gebaseerd op de woorden van Jesper): Het type clown. Zo'n kunstenaar die de WC gebruikt om zijn dansvloerescapades nog even extra dimensie te geven. Het zijn de figuren die vaak verantwoordelijk zijn voor de natte vloeren en de daarbij behorende klevende schoenzolen van andere toiletbezoekers. Bij binnenkomst tref je de kunstenaar in "no hands" positie aan achter het urinoir. Dat wil zeggen, beide handen netjes in gebogen toestand op de rug of in de zij. Een lastige positie voor mannen, omdat er hierbij weinig controle is over de richting van de straal. Je kiest strategisch een plekje zo ver mogelijk van de goochelaar vandaan, maar je blijft niet onopgemerkt. Snel schakelt de kerel over in normale positie en zal hij je quasirelaxed begroeten: "Hallo. Rustig hier he?"

Type 3: De vage kennis. Misschien is het toilet wel de ideale plek om de vage kennis tegen te komen. Mensen die je vaag kennen, maar je in de kroeg zelf meesleuren in ellenlange gesprekken waar je niet op zit te wachten. Op het toilet blijft het gesprek beperkt, heb je elkaar weer eens begroet en kun je snel weer verder. Een voorbeeldgesprek: (de vage kennis komt de toiletten binnen en ziet je gelijk staan) "Hee man, hoe is het met jou dan?" 'Ja z'n gangetje, (en de onvermijdelijke vervolgvraag) en met jou?' "Ja goed he, lekker zuipen" en je lacht even mee. "Hoe gaat het met je studie? Je deed toch journalistiek ofzo?" 'Ja klopt, nog steeds. Derde jaar nu. En jij?' "Ik ben met de derde studie gestopt. Dierengeneeskunde en Sociaal-Pedagogische Hulpverlening waren niks. Ik ga nu beginnen met werktuigbouwkunde in Groningen.' "Oke, leuk! En hoe is het met je vriendin? Mirjam?" 'Mireille, ja dat zit nog wel goed he, haha. Al vier jaar nu' "Mooizo", besluit je het gesprek en terwijl de vage kennis afschudt was je snel je handen om het toilet te verlaten. "Nou ik ga weer verder, we zien elkaar nog!" 'Zekerweten, kalm aan!'

Type 4: De dronken feestganger. Erger kun je ze niet tegenkomen, maar ze zijn wel het duidelijkst te herkennen. Als de dronken feestganger als schreeuwend en lallend de toiletruimte betreedt, laat hij geen omstander onbesproken. "heeeeuj, hoe is het? Alles goed? Heej Kerel! Tralalala!" Als de feestganger zijn toilet direct naast de jouwe heeft uitgekozen heb je pech. Nu moet je niet alleen opletten dat je zelf netjes in het porseleinen potje plast, maar dat je dronken buurman dat ook doet. In zijn eigen porseleinen potje welteverstaan. Ondertussen probeer je zijn zwiepende arm te ontwijken en zijn gebrabbel bevestigend te antwoorden. "heeeuj alles goed jongen? Wat kijk je serieus man. Feestuhh!" Bij nader inzien is een dronken feestganger toch niet het ergste dat je kunt aantreffen op het toilet. Meerdere dronken feestgangers zijn namelijk nog veel erger. Dan moet je je ogen overal hebben. Er wordt gedanst, gefeest, gebeukt, op je schouder geklopt en tot overmaat van ramp wordt er ook nog tegen je gesproken. Een verschrikkelijke ervaring.

Het zijn slechts vier van de vele types die je kunt aantreffen op de WC in de kroeg. Rustig plassen is er niet meer bij als je een avondje de stad in gaat. Mijn tip voor de mannen is daarom ook: kies zorgvuldig het moment uit waarop je het toilet betreedt. Moet je nodig en loopt er net iemand het toilet in die je er liever niet aantreft, drink dan eerst rustig je biertje op of bestel er nog één. Tip voor de vrouwen: Begin er niet aan, praten tijdens het plassen. Ga zo door!

woensdag 8 april 2009

‘Het is net een vrouwenteam’

"Het is net een vrouwenteam, hoor."

Tijdens de tweede helft van EMOS 3 – Tubanters 4 (die we overigens met 1-3 wonnen!) doet Ed's vriendin Liseth deze forse uitspraak. "Ze weten echt alles van elkaar", legt ze verder aan de vriendin van spits Renzo uit. De laatste beaamt de woorden van Liseth en vult aan: "Elke zondagmiddag vraag ik Renzo of er nog nieuwe roddels zijn."

Een vrouwenteam, zo wordt het vierde elftal van De Tubanters tegenwoordig al bestempeld. Als het niet over de magere voetbalprestaties van dit seizoen gaat, dan wel over de onderlinge verhoudingen. Een hecht voetbalteam weet inderdaad (bijna) alles van elkaar. Wie de film en serie All Stars heeft gezien, weet precies hoe het er in een lager seniorenelftal aan toe gaat. Met drie dagen in de week (woensdag training, zaterdag uitgaan, zondag wedstrijd) en zo nu en dan een etentje zien sommige spelers hun teamgenoten vaker dan hun eigen vriendin. Zo verwonderlijk is het dus niet dat er tussen de vier muren van de kleedkamer ook persoonlijke dingen worden besproken.

In het boek 'het 17de' van schrijver Elvin Post wordt aan de hand van een bundel leuke columns het wel en wee van een lager seniorenelftal besproken. Misschien een idee voor het vierde, zodat intimi niet meer hoeven vragen naar het laatste nieuws, de sappigste geruchten en de mooiste anekdotes. Dat iedereen op de hoogte blijft; ook wanneer ze er een weekje niet bij zijn. Overigens is het geen oplossing voor alle teamzaken, want ook teamgenoten weten – buiten elkaars pincode – sommige dingen nog niet van elkaar. Het zal bijvoorbeeld altijd een raadsel blijven waarom een speler zo laat was, toen hij eind vorig seizoen noch bij de voetbalclub, noch thuis was en het vierde moest voetballen tegen het altijd lastige DSVD. Ook teamgenoten weten niet alles!