zaterdag 28 maart 2009

Het lot van een Louwes

Het leven van een Louwes gaat niet over rozen. Dat word je als kleine Louwestelg al met de paplepel ingegoten. Of het nu de naam is – of het is één of andere erfelijke kwaal: Een Louwes wordt zijn levenlang achtervolgd door pech. Zelfs aangetrouwden kunnen er last van krijgen – dus Ellen, maak je borst maar nat. Misschien dat een Louwes daarom zo kritisch in het leven staat en alles met een korreltje zout neemt?

Nu hoor ik de lezers denken: wat is pech? Iedereen heeft wel eens pech. Dat klopt. Ik wil ook niet beweren dat een Louwes áltijd pech heeft (af en toe is er een onverwacht succesje), maar het komt minstens vijf keer in het jaar voor dat een Louwes een hele pechweek heeft, waarin alles misgaat wat er zo'n beetje mis kan gaan. Ik leef in zo'n pechweek en trek mijn ouders er in mee. Vriezer kapot, auto krijgt een fikse APK, er valt een snelheidsovertreding op de deurmat (dit keer niet van mij), ik maak deel uit van een busongeluk en kom daardoor te laat op mijn werk, ik mis drie keer de bus en twee keer de trein op enkele seconden na, ik lijkt alles te laten vallen wat ik in mijn handen neem, verlies mijn lievelingspen in de trein en mijn telefoon besluit na een werktijd van ruim 8 maand met pensioen te gaan. Het is een doorsnee pechweek voor een Louwes. Bovendien is de week nog niet voorbij, dus kan er nog altijd een schepje bovenop.

Het valt allemaal niet mee, maar het wegvallen van je telefoon is voor een journalist wel het ergste wat er kan overkomen. Het gevoel niet meer bereikt te kunnen worden (behalve per sms) is vergelijkbaar met een kok die geen peper en zout meer heeft om zijn producten van extra smaak te voorzien.

Nu moet je alles van de positieve kant bekijken en dat zal ik bij deze dus ook doen. Het kan nog altijd erger! In een eerdere pechweek wist ik namelijk twee fietsen in de prak te rijden, mijn MP3 speler op school kwijt te raken, mijn voet onder een zwaar beladen laadklep van een vrachtwagen te krijgen en mijn laptop van mijn bed te laten stuiteren. Aangenaam, Louwes is de naam.

maandag 16 maart 2009

‘Negen keer kampioen en nooit een rondje gelopen’

Vier Tubantersleden over voetballen met Abe Lenstra


Als Gerrit (Flip) Huiskes (68), Thijs Groot (72) en Wim ter Horst (72) de vernieuwde rookruimte binnenwandelen, gaat de aandacht direct naar een elftalfoto aan de muur. Het is de elftalfoto van 1963, waar Abe Lenstra, zwartgekuifd, tussenuit springt. Meteen beginnen de veteranen de spelersnamen af te gaan. Volgens Jan Geerdink, die zojuist ook de ruimte heeft betreden, veel onbekende spelers van buiten De Tubanters. "En wij staan er niet op!" klinkt er dan uit één van de monden.


Er staan niet veel Tubantersmannen op de elftalfoto met Abe Lenstra. Alleen Henk Hofmeijer, Arend Boeijink, Henk Zwerver, Gert Soetermeer, Jan Bouwhuis en doelman Albert Wooldrik speelden al in het eerste voordat een van Nederlands grootste voetballers naar De Tubanters vertrok. Waarom staan de drie heren eigenlijk niet op deze foto? Zij mochten er niet op – blijkt uit het antwoord – omdat ze terug waren gezet naar het tweede. De komst van Abe Lenstra veroorzaakte zo'n instroom van voetballers (voornamelijk van de Enschedese Boys, maar ook ex-prof Vreeling van Rigtersbleek en meer voetballers uit de hele regio), dat de drie mannen hun basisplek kwijtraakten. Blij waren ze natuurlijk allerminst, maar door de vele afgevallen spelers, kreeg De Tubanters nu ook de beschikking over een goed tweede elftal.


Enkele weken daarvoor was het allemaal begonnen. Huiskes: "Ik deed de krant open en zag staan: 'Abe Lenstra naar De Tubanters'. Dat had ik niet kunnen dromen!" "Stomverbaasd!" haakt Groot in. Ook Ter Horst knikt instemmend mee. Jan Geerdink, de archivaris van De Tubanters, hoort de oude herinneringen aan en voorziet deze van extra informatie. Op de vraag hoe Lenstra bij De Tubanters terecht is gekomen ontstaat wat twijfel, maar Geerdink verklaart: "Johan Bakker (destijds bestuurslid, WL.) had contacten met Abe en kon een baan voor de topvoetballer regelen bij een brouwerij. In ruil daarvoor kwam Abe voetballen bij De Tubanters."


"Het ging toen al net als nu", zegt Thijs Groot. "Tegenwoordig worden spelers van elke club gepaaid met geld, toen gebeurde dat met de belofte van een baantje."

De aantrekking van Abe Lenstra komt op een moment dat De Tubanters het FC Volendam van de vierde klasse is. Ter Horst vertelt daarover: "We gingen van heen en weer. Het ene jaar degradeerden we naar de TVB (Twentsche Voetbalbond) en het jaar daarop promoveerden we weer naar de vierde klasse KNVB." De aantrekking van Abe moest de nodige stabiliteit in het elftal brengen en met de komst van grote jongens als Henny Vreeling leek een topelftal in de maak.


Het seizoen 63/64 vangt aan. Op het complex van Zuid-Eschmarke speelt De Tubanters voor liefst vijfduizend toeschouwers, die allemaal een glimp van de grote Abe Lenstra willen opvangen. De recettes zijn niet mis: 1500 gulden, bijna net zoveel als normaal in een heel seizoen. Ook reist de selectie stad en land af om wat vriendschappelijke wedstrijden te spelen. Jan Geerdink: "We konden overal wel spelen, vanwege Abe. De uitnodigingen voor oefenduels stroomden binnen bij de club."

Tijdens het seizoen gebeurt er iets bijzonders: Herman Kuiphof (de onlangs overleden sportjournalist) komt met een camera langs het veld staan voor een documentaire over Abe Lenstra. De beelden zijn er nog altijd, maar in het bezit van de erven Lenstra, die ze niet ter beschikking stellen. De wedstrijd tegen Glanerbrug eindigt in een klinkende 8-1 overwinning; Lenstra zou niet scoren. Hoewel er van buitenaf geen vuiltje aan de lucht lijkt bij De Tubanters, loopt het niet zo gladjes als gedacht. De prestaties vallen over het algemeen tegen, het eerste elftal heeft meer moeite met de tegenstanders dan vooraf werd verwacht. De oud-eerste spelers, waaronder Groot, Huiskes en Ter Horst, mogen weer meedoen en enkele nieuwkomers worden dus teruggezet naar het tweede. "Deze waren dus al snel weer vertrokken bij De Tubanters", zegt Geerdink.


"Abe was een sportman, hij kon alles", herinnert Ter Horst zich. Dan beginnen de heren allemaal sporten op te sommen. Voetbal, biljarten, schaatsen, hardlopen. "Abe was altijd de beste." Maar in de tijd dat Abe bij De Tubanters speelde, dan de veertig al gepasseerd, staken zijn prestaties niet boven de rest van het team uit. "Ik kan niet zeggen dat hij van absolute meerwaarde is geweest", vertel Huiskes. Groot vult aan: "technisch kon hij het allemaal wel, maar fysiek was het natuurlijk niet heel goed meer." Toch hebben alle drie oud-spelers veel van Lenstra geleerd. "Hij was wel een leider", zegt Groot. "Hij stuurde ons aan in het veld", vervolgt Ter Horst. Flip Huiskes noemt een voorbeeld: "Hij vertelde mij eens een vrije trap kort te nemen. Ik kon er destijds met de kop niet bij. Zo'n bal gooide je vroeger gewoon in één keer voor het doel. Abe was zijn tijd vooruit."


Ook over de persoon Abe Lenstra hebben de heren gemengde gevoelens. Geerdink kent Lenstra als een norse man. "Een stugge Fries", aldus Groot. Huiskes kan daar wel wat in vinden: "Abe was nukkig en kwam arrogant over, maar als je hem kende was het best een aardige kerel." De Tubantersmannen herinneren Lenstra ook als een man met enkele privileges. Zo ging de in 1985 overleden voetballer altijd met zijn eigen auto naar uitwedstrijden, ging hij niet op foto's en ook niet naar etentjes na de wedstrijden. Verder liep hij voor de training ook geen rondjes om het veld, maar schoot hij wat ballen op doel. Als Flip Huiskes eens tijdens een training daarover protesteert krijgt hij een preek van de legendarische voetballer. Huiskes zet een oude schoolmeestersstem op en citeert: "Weet je wel wat ik allemaal heb gewonnen, jongeman? Ik ben negen keer kampioen van Nederland geweest en ik heb nog nooit een rondje gelopen!"


In het eerste seizoen met Abe Lenstra wordt de hoofdmacht van De Tubanters tweede in de vierde klasse. Het seizoen daarop krijgt echter een bittere nasmaak. Het loopt niet lekker met het team en de frustraties lopen hoog op onder de spelers. Ook Lenstra heeft niet zoveel interesse meer in het voetbal en op het laatst doet hij zelfs niet meer mee. Aan het hoofdstuk Lenstra (augustus 1963 – mei 1965) komt een eind. Hij vertrekt naar SOS uit Hellendoorn.

Alle vier heren zijn het er over eens: Abe was een fantastisch sportman en een indrukwekkend persoon. Echter, in zijn periode bij De Tubanters was hij geen meerwaarde meer voor het team. "Maar wel een trekpleister voor het publiek", aldus Wim Ter Horst.


Het moment voor de foto is aangebroken. De mannen glunderen als de teamfoto uit 1963 van de muur wordt gehaald en in hun handen wordt gedrukt. Zo krijgen ze, ruim 45 jaar na dato, alsnog wat ze toekomt: op de elftalfoto met Abe.


Vlnr: Ter Horst, Huiskes, Groot en Geerdink

vrijdag 13 maart 2009

Leren Koken

“Mam, hoe stel ik nou die oven in?”
Het zijn geen uitzonderlijke telefoongesprekken in huize Louwes. Ouders weg en ik sta voor een moeilijke opgave: eten koken, eten halen of de oven/magnetron gebruiken. Meestal kies ik voor het laatste, maar dan moet ik wel mijn moeder vragen hoe dat ding in elkaar zit. Als zij het voor de zoveelste keer heeft uitgelegd, besluit ik een week later dat ik het onderhands wel moet weten. De pizza gaat de verpakking uit, de oven in en ik wacht geduldig twaalf minuten. Maar als hij de oven uit komt is hij nog te koud. Het blijkt dat ik de combi niet goed heb ingesteld en de magnetron heb ingeschakeld: Weer mislukt!

Ik ben een kluns in de keuken en heb ontzettend veel respect voor al die mensen die heerlijke maaltijden kunnen klaarmaken. Maar tijden zullen veranderen! Ik heb me voorgenomen om te leren koken. Ik kan me later bij Ellen immers niet permitteren dat ik er letterlijk niks van bak in de keuken. Ik weet nu hoe ons gasfornuis (van vlak na de oorlog) werkt en waar ik alle keukengerei kan vinden. Nu nog de recepten, de fijne tips en trucs en ten slot een beetje van Wilco. Ik ga in training en hopelijk maak ik over drie maanden de heerlijkste gerechten klaar.

Om te leren koken kijk ik al elke dag naar de vele kookprogramma’s op televisie; Wie is de chefkok?, Smaken Verschillen en vooral Ready Steady Cook, met de flamboyante Italiaanse chefkok Bruno als favoriet. Gordon Ramsey vind ik ook geweldig, maar dat is meer voor het vermaak dan om te leren. Dan is er in Noord-Holland ook het begrip ‘De Eurokok’. Het is een vieze kok. Hij gorgelt, vloekt en blundert tijdens het koken van zijn even zo discutabele maaltijden. Van wie ik in ieder geval niets moet leren is de Eurokok, zover is me duidelijk na het bekijken van de video’s op YouTube.

woensdag 4 maart 2009

Journaal? Afstemmen op 3!

Kijken jullie wel genoeg naar het journaal? Of zijn jullie de saaie nieuwsbulletins met oude, muffe nieuwslezers ook een beetje beu? Zap dan ’s avonds om 22:50 uur even langs Nederland 3, want op dat moment presenteert Eva Jinek het NOS Journaal op 3.
Eva Jinek, de vrouw waar ik wel eens een duopresentatie mee zou willen doen: een voorbeeld voor alle nieuwslezers. Ze is serieus, duidelijk en direct, maar tegelijk ook mooi, boeiend en intelligent. Bovendien houdt ze ook wel van een lolletje als de camera’s niet live draaien (dat dacht ze tenminste!).

Ik zou nog wel zeshonderd woorden kunnen besteden aan de perfectie van de blonde Eva Jinek en dat was vorige week ook nog het plan. Tot Jitse mij dinsdag confronteerde met het filmpje dat binnen een dag al door honderdduizend Nederlanders werd bekeken op Youtube. Mijn toekomstige collega gunde mij de scoop en vandaar de geplande blog over Jinek, maar in een ander jasje. Over jasjes gesproken. In het volgende filmpje weet de 30-jarige nieuwslezeres niet hoe ze haar jasje moet dragen voor de beeldbuis. ‘Moeten de bovenste knoopjes open of dicht?’ vraagt ze desolaat. Als de cameraman een ongetwijfeld leuke opmerking maakt laat Jinek – tijdens het frutselen aan haar BH – een onverwachte kreet los: ‘Boobies!’ En bovendien doet ze een leuke imitatie van haar moeder (‘Ik kan je tieten zien!’). Tijdens het hele gebeuren heeft de arme Jinek niet door dat alle beelden door de camera worden opgenomen en per ongeluk worden opgeslagen op het toegangbare internet, waar vele Nederlanders de NOS-blooper kunnen bekijken.

Smachten mag, wachten niet. Bekijk hieronder het filmpje met Eva Jinek en vergeet niet elke dag, 22:50 af te stemmen op Nederland 3!

dinsdag 3 maart 2009

Het nieuwe FC Twente (1)

De Doelmannen

Je kunt er geen gras over laten groeien: de doelmond mag niet kaal zijn. Op dit moment hebben we daar Sander Boschker staan. De 38-jarige Lichtenvoorder is echter niet meer zo betrouwbaar als toen, tijdens de bekerfinale in 2001. Nee, Boschker wordt oud en ondanks dat hij nog altijd fantastisch keeperswerk verricht, begint hij wel steeds vaker te blunderen. Er moet stilletjes gezocht gaan worden naar een nieuwe doelman. Boschker hoeft niet weg, maar moet genoegen nemen met een plek op de reservebank en speelminuten tegen de laagvliegers of in bekerwedstrijden. Bovendien moet hem absoluut de mogelijkheid worden geboden om in een andere rol verder te groeien binnen de club. Als (keepers)trainer bijvoorbeeld.



De rustige Michel Vorm...

Voor de keepersfunctie bij FC Twente heb ik in eerste instantie drie mogelijke opties; ook wel de ‘VVV’ genoemd. Piet Velthuizen, Michel Vorm en Kenneth Vermeer. Alle drie jonge, talentvolle sluitposten met een ogenschijnlijk mooie toekomst in het verschiet. Michel Vorm kwam onder bondscoach Bert van Marwijk al tot zijn eerste interland en speelt momenteel bij FC Utrecht, waar hij een degelijk seizoen draait. Kenneth Vermeer was vorige zomer te bewonderen tijdens de wedstrijden van het Olympisch elftal in China. De Amsterdammer schitterde dit seizoen als stand-in van de geblesseerde Maarten Stekelenburg bij Ajax. Piet Velthuizen werd al menigmaal voor Jong Oranje opgeroepen. De Vitesse-doelman kent echter niet zijn beste periode en ging de laatste wedstrijden niet altijd vrijuit.



... De zelfverzekerde Piet Velthuizen...


Zowel Vorm, als Velthuizen en Vermeer zijn voor het nieuwe seizoen in te lijven. Van Basten zal hoe dan ook blijven vasthouden aan zijn oogappel Maarten Stekelenburg. ‘De Stekel’ keept hoe dan ook. Vermeer heeft ondertussen mogen ruiken aan een vaste plek in het doel en is wel klaar voor het grote werk. Het is alleen nog wachten tot de intercity naar Enschede voorbij raast. En dan heb je maar één kans om op te stappen.

Michel Vorm is een constante factor bij FC Utrecht en heeft zijn team al mening tegendoelpunt bespaard. Maar Vorm verkeert de laatste tijd niet in grootse vorm en moet als doelman nog wel gevormd worden. Boschker zou daar aan bij kunnen gaan dragen bij FC Twente. Met zijn ervaring kan hij de Utrechter beter maken en in roulatiesysteem gaan keepen.

Dan is er nog Piet Velthuizen. Dat de doelman na dit seizoen bij Vitesse vertrekt is wat mij betreft een zekerheid. De club uit Arnhem presteert maar matig en heeft grote schulden. Zowel Vitesse als Velthuizen een goede reden om te verkassen. En waarom dan niet naar Twente? Het is een grote stap vooruit en bovendien zou Velthuizen goed passen in de Enschedese selectie, aangezien hij een zelfde type keeper is als ‘good old, still going strong’ Boschker.

... Of de katachtige Kenneth Vermeer?


Maar moet je de jonge doelmannen eigenlijk juist niet naar FCT halen? Voor allen geldt dat ze nog erg jong en onervaren zijn voor het niveau dat Twente nastreeft. Van Vermeer hebben we nog weinig gezien. Bij Willem II viel hij niet overduidelijk op en tijdens de Olympische Spelen blonk hij ook niet uit. De weergaloze wedstrijd bij Ajax dit seizoen zouden dus misschien wel van tijdelijke aard kunnen zijn. Dan Velthuizen. De 22-jarige sluitpost van Vitesse wil nog wel eens een rare blunder maken. Verkeerd uitkomen, een bal laten glippen of onder een voorzet door springen: het zijn geen uitzonderingen in het Gelredome. Michel Vorm blijkt bij Utrecht een redelijke keeper, maar valt in positieve noch negatieve zin op. Hij is in de wedstrijd vaak anoniem en van een keeper moet je eigenlijk een opvallende rol verwachten. Hij moet constant aanwezig zijn.

Het is een cliché, maar een combinatie van Vorm, Velthuizen en Vermeer zou de ideale keeper opleveren. Michel Vorm heeft de juiste relaxte uitstraling, Velthuizen beschikt over de meeste (hoognodige) arrogantie en Vermeer heeft de beste katachtige reflexen. We hebben het over het toekomstige keeperstrio van het Nederlands Elftal.

Gedrieën goede opties voor FC Twente, maar mijn keuze voor nieuwe doelman valt op Kenneth Vermeer. De Amsterdammer heeft volgens mij op dit moment de meeste kwaliteiten en hoort eigenlijk zelfs bij Ajax onder de lat. Voor volgend seizoen dus Kenneth Vermeer!