woensdag 27 augustus 2008

Na de OS: Heeft de lichttherapie gewerkt?

Enkele maanden geleden hadden Jitse, Johan, Daan en ik een interview voor school met Toine Schouten. We waren daarvoor al eens naar Holland Sport geweest, waar deze man samen met zwemmer Nick Driebergen te gast was.

Toine Schouten heeft namelijk in 2006 een prijs gewonnen voor zijn sportinventie. Hij is een van de bedenkers van de lichttherapie die door de Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid (SOLG) wordt aangeboden aan iedereen die daar medisch of persoonlijk gezien behoefte aan heeft.

Een ingewikkeld verhaal, maar het komt er op neer dat Schouten in ons radio-interview uitlegde hoe hij zijn lichttherapie deze zomer zou gaan toepassen op de Nederlandse zwemmers op de Olympische Spelen. De zwemfinales zouden namelijk ’s ochtends (Chinese tijd) worden gehouden en iedereen weet dat mensen op hun best zijn vanaf het begin van de avond. De speciale lichttherapie van Schouten moest er dus voor gaan zorgen dat de Nederlandse zwemmers in Peking geen last zouden hebben van een jetlag en de hoge ochtendprestaties.

De Nederlandse Dames Estafetteploeg pakte een gouden medaille in een Olympische Recordtijd

Maarten van der Weijden, het wondermens dat op de tien kilometer openwaterzwemmen de gouden medaille pakte, was voor de Olympische Spelen al heel positief over de lichttherapie in BN De Stem. Zou de therapie dan echt hebben bijgedragen? Hebben de speciale belichtingspetten en duisternisbrillen ervoor gezorgd dat Van der Weijden die laatste meters zijn twee concurrenten voorbij gleed?

Ik heb gekeken naar de prestaties van de Nederlandse zwemmers in vergelijking tot Athene 2004:

Allereerst valt me op dat er in 2004 beduidend minder medailles zijn behaald dan in 2008. In Athene veroverden onze Nederlandse zwemhelden maarliefst zeven (2 goud, 3 zilver, 2 brons) medailles. Dit jaar waren dit er slechts twee, maar beide wel goudgekleurd.

Het zou oneerlijk zijn om hieruit af te leiden dat de lichttherapie van Schouten en kornuiten niet heeft gewerkt, want bij zwemmen gaat het immers om tijden en niet persé om de plaats waarop je eindigt.

Ik heb gekeken naar alle finalisten, dus Chantal Groot, Thijs van Valkengoed, Nick ‘Holland Sport’ Driebergen, Mitja Zastrow, Ranomi Kromowidjojo zullen individueel niet worden genoemd (evenals de Heren estafetteploeg), omdat ze allen al in de eerste ronde werden uitgeschakeld.

Dames Estafetteploeg
2008: Finale 4*100m vrij (3.33,76) >> Gouden Medaille
2004: Finale 4*100m vrij (3.37,59) >> Bronzen Medaille

Inge Dekker
2008
: Finale 100m Vlinderslag (58,54) >> Achtste
2004: In 2004 deed Dekker niet mee aan de 100m Vlinderslag. Inge de Bruijn zwom toen een tijd van (57,99) en won daarmee een bronzen medaille.


Pieter van den Hoogenband
2008: Finale 100m vrij (47,75) >> Vierde
2004: Finale 100m vrij (48,17) >> Gouden Medaille

Hinkelien Schreuder
2008
: Finale 50m vrij (24,65) >> Zevende
2004: Schreuder deed niet mee aan de Olympische Spelen. Inge de Bruijn zwom in de finale 50m vrij een tijd van (24,58) en won daarmee een gouden medaille. De tijd van Schreuder was destijds goed geweest voor een zilveren plak.

Marleen Veldhuis
2008: Finale 100 m vrij (54,21) >> Zesde
2004: Halve Finale 100m vrij (55,32) >> Elfde

2008: Finale 50 m vrij (24,26) >> Vijfde
2004: Halve Finale 50m vrij (25,27) >> Negende

Het is erg lastig om uit zwemtijden conclusies te maken. Of de lichttherapie zijn werk heeft gedaan is dus nog altijd moeilijk om te zeggen. Als ik naar de vergelijkingen kijk, denk ik persoonlijk dat de lichttherapie niet heeft gefaald. De meeste zwemtijden zijn verbeterd vergeleken met de Spelen van 2004. Aan de andere kant heeft de lichttherapie ook niet de zo vurig gehoopte een voorspelde medailles gebracht. Ook al is er op basis van tijden beter gezwommen dan in 2004 (dit kan ook met sportieve ontwikkelingen te maken hebben), Nederland is lager geëindigd in de zwemklassementen. Dit betekent dat andere landen, die zich niet met de lichttherapie hebben beziggehouden, Nederland zijn voorbijgestreefd. Op basis daarvan denk ik dat de lichttherapie van Schouten niet het gehoopte werk heeft opgeleverd. Gelukkig reizen we over vier jaar slechts één uur terug in de tijd en zullen in Londen de zwemfinales waarschijnlijk weer op normale tijden plaatsvinden. Kijken hoeveel zwemmedailles ons dat gaat opleveren.

vrijdag 22 augustus 2008

Three of a Kind 29:

Voorlopig geen Topklasse

Jongens!

De vakantie zit er bijna op en er begint bij mij wat meer motivatie te komen voor het schrijven van een blog. Allereerst mijn excuses naar al mijn vaste bloglezers die de laatste weken weinig nieuws hebben mogen zien. Gesloopt en wel heb ik in de vakantie alleen maar tijd besteed aan werk, football manager, slapen en vier dagen Londen. Nu ben ik weer helemaal fit voor het nieuwe schooljaar.

Jitse vroeg geruime tijd geleden al om onze voorspelling van de eindstand van het seizoen 2008/2009. Het valt me op dat jullie Twente zo slecht inschatten jongens, want na de wedstrijd tegen Arsenal is het voor mij duidelijk dat Steve McLaren de ploeg goed in de hand heeft. Ik zal er niet teveel woorden over vuil maken, hier komt mijn eindstand:

1. Ajax

2. FC Twente

3. Feyenoord

4. PSV

5. AZ

6. SC Heerenveen

7. Vitesse

8. NEC

9. FC Groningen

10. Sparta

11. Roda JC

12. FC Utrecht

13. NAC

14. Heracles

15. De Graafschap

16. ADO Den Haag

17. Willem II

18. Volendam

Johan, jij vroeg mij naar de plannen van de KNVB te kijken, omtrent het openstellen van een promotie/degradatieregeling tussen de Jupiler League en de Amateurklasses. Deze regeling zou overbrugd moeten worden door een zogenaamde topklasse, waarin de beste amateurclubs spelen met gedegradeerde BVO’s. Ik ben op zoek gegaan naar de ontwikkelingen rond de topklasse en ben in een ware soap terecht gekomen. Een soap die GTST in 2010 waarschijnlijk van de buis kan vegen.

Nederland is vanaf volgend seizoen zo’n beetje het enige land in Europa waar er nog een scheiding bestaat tussen het professionele voetbal en het amateurvoetbal. In toplanden als Duitsland, Italië en Engeland kent men deze scheiding dus niet. De KNVB wil ook het voetbalniveau in Nederland verhogen en probeert al jaren de scheiding tussen profs en amateurs open te breken, maar tevergeefs. Amateurclubs werken niet graag mee. De meeste amateurclubs willen de stap naar het grote profvoetbal niet maken, omdat ze bang zijn dat de club kapot gaat aan de hoge eisen (plus kosten) van het speelveld, tribunes, politie enzovoort.

Begin dit jaar leek dan eindelijk het hek van de dam. De KNVB had de nieuwe voetbalpyramide uitgetekend. Het hele amateurvoetbal zou op de schop gaan en de topklasse zou een feit gaan worden. Zij het niet dat amateurclubs en afgevaardigden uit elk voetbaldistrict unaniem het voorstel van de KNVB afwezen. Onze nationale voetbalbond was weer terug bij af en moest een plan verzinnen met een beter draagvlak. Tegelijkertijd wilden de amateurclubs wel dat er met ingang van het seizoen 2008/2009 een club uit de Jupiler League zou ‘degraderen’ naar de hoofdklasse (zonder er een club voor terug te plaatsen). De CED (Coöperatie Eerste Divisie) vond echter dat de KNVB hiermee te lang op zich liet wachten en dat het daarom oneerlijk zou zijn voor dit seizoen een dergelijke regeling toe te passen.

De KNVB krijgt voorlopig dus nog veel werk aan de winkel. De topklasse staat voorlopig in de ijskast en in het seizoen 2009/2010 degradeert er mogelijk een club uit de Jupiler League. Pas in 2010/2011 zou er een mogelijke topklasse met promotie/degradatieregeling op touw kunnen worden gezet.


Voorlopig nog geen top-amateurteams in de eerste divisie


Johan, ik hoop dat je hiermee genoeg duidelijkheid krijgt omtrent de gang van zaken rond de topklasse. Het is een ingewikkelde zaak die waarschijnlijk nog een paar jaar gaat duren. Toch ben ik er van overtuigd dat de scheiding tussen profs en amateurs alsnog gaat plaatsvinden, een goede ontwikkeling in mijn ogen. Zo verdwijnen clubs met torenhoge schulden, die al jaren in de kelder van de eerste divisie rondhangen (bv. Eindhoven, Fortuna Sittard, Haarlem) eindelijk uit het betaalde voetbal en kunnen kwalitatief betere (amateur)clubs als Quick Boys en Achilles ’29 er voor in de plaats.

Desondanks denk ik niet dat Mediterraneo en De Tubanters in de toekomst in de Jupiler League zullen spelen. Ik hoop het eigenlijk ook niet, want om daar te kunnen spelen verliest een amateurclub zijn gezelligheid en moet het door de huizenhoge ambities een aanpassing van zijn identiteit toestaan. Zeg nou zelf: Welke gezellige kleine amateurclub wil die ambities doorzetten? Je kunt naar mijn mening beter lid zijn van een gezellige middenmotor in de tweede klasse, dan van een professionele organisatie uit de eerste divisie.

Ik zie wel kansen voor HSC’21, De Treffers en Quick Boys Katwijk om een stapje hoger te komen. En: misschien zien we Glanerbrug binnen tien jaar wel tegen Top Oss aantreden in het stadion ‘De Brug’.

Jitse, voor jou een iets eenvoudigere opgave, want jij mag je gaan beperken tot je eigen regio. Go Ahead Eagles verkeert in zwaar weer, dat is duidelijk. Vorig seizoen liep het niet zo lekker en ook in de voorbereiding op het nieuwe seizoen wist GAE nog niet te overtuigen. Jou gaat dat natuurlijk, als echte ‘Eagle’ niet in de koude kleren zitten. De comeback van Marc Overmars was misschien hoopvol, maar hij is nu al te geblesseerd voor de wedstrijd van vanavond tegen RKC. Kijk je nog positief tegen zijn rentree aan? Is GAE nog te redden dit seizoen? En zal Overmars daar die belangrijke rol in gaan spelen? Laat ons je visie maar horen.

maandag 11 augustus 2008

Mijn Jeugdidool is terug


Je kent het wel, jonge jongens die op het grasveldje in de buurt met elkaar voetballen. “Ik ben Bergkamp! Ik ben Kluivert! Ik ben Cocu!” Zo ging het vroeger toen ik ook net als de andere jongens uit de buurt de hele dag alleen maar met het voetbalspelletje bezig was.

Een voetballer was ik echter nooit echt geweest. Ik begon al op hele jonge leeftijd met judo, de sport die mijn vader in vroegere tijden op redelijk hoog niveau heeft beoefend. Voor mij lag geen succesvolle judocarrière in het verschiet. Ik viel altijd net onder de zwaargewichten, waardoor ik jongens van drie koppen groter en drie buiken breder tegenkwam. Resultaat waren veel derde en tweede plaatsen, maar slechts weinige keren was ik de nummer één.

Ik kwam in aanraking met voetbal op mijn negende. Toen mijn tante mij de kwalificatiewedstrijden en het WK van 1998 liet meekijken bij haar thuis. Vanaf toen was voetbal hét spelletje en keerde ik judo definitief de rug toe. Jammer genoeg heeft mijn tante nooit kunnen meemaken dat ik een voetbalwedstrijd speelde, ze overleed op veel te jonge leeftijd.


Mijn voetbalidool is ook sinds mijn contact met het spelletje Marc Overmars. De snelle behendige buitenspeler viel in mijn ogen altijd op en hij was degene in wiens voetensporen ik wilde stappen. Ik speelde op zijn positie, droeg mijn haar net als hij, en had hetzelfde rugnummer 11. Uiteindelijk bleek ik te weinig kwaliteiten te hebben voor een buitenspeler en belandde ik in de verdediging. Mijn haar is inmiddels gegroeid en mijn rugnummer is mijn geluksgetal 3 geworden.
Toen Marc Overmars in 2004 afscheid nam van het profvoetbal zwoer ik nooit meer een nieuwe favoriete voetballer te hebben. Toch bombardeerde ik enkele maanden geleden Khalid Boulahrouz als mijn nieuwe favoriet. Zul je het net zien, dan keert je jeugdidool na vier jaar afwezigheid en op 35-jarige leeftijd terug in het voetbalwereldje. Overmars gaat weer beginnen en wel bij Go Ahead Eagles. De club waar hij zijn carrière begon en waar beroepshooligan en journalist Jitse regelmatig de tribunes onveilig maakt.

Op het moment dat ik het nieuws van de terugkerende Overmars las, schoot de hierboven staande anekdote door me heen en deze wilde ik graag op mijn weblog prijsgeven. Overmars is terug! Geweldig! Vanaf de volgende training ben ik als vanouds weer Overmars….. of blijf ik toch Boulahrouz?