maandag 21 december 2009

Kerstgedachtes

‘s ochtends negen uur, parkeergarage de Driehoek in Oldenzaal. Ik werp nog één blik op mijn felblauwe Peugeot, voordat ik me door de roltrap gestaag omhoog laat voeren. Langzaam torent mijn hoofd boven de balustrades in het winkelcentrum.
Zoals altijd is het muisstil. Of het moeten wat rinkelende koffiekopjes zijn in het cafeetje naast de Kruidvat. De dames van Bart Smit en Bakkerij Bart zijn al druk in de weer om een lange werkdag voor te bereiden.
En door de speakers klinkt muziek. Kerstmuziek. Geen door Frank Sinatra vertolkte ‘Have yourself a merry little Christmas’ of het even prachtige ‘Thank God it’s Christmas’ van Queen, maar zoetsappige nummers van Mariah Carey en consorten.

Het mag geen geheim meer worden genoemd: ik heb het niet zo met de feestdagen. Waardoor het komt? Geen idee, want ik vind de winter eigenlijk wel fijn. Een middag koukleumen bij een voetbalwedstrijd en daarna de kantine in om met z’n allen een biertje te drinken. Of twee, of drie.
Enfin, het moge duidelijk zijn. Het heeft zijn charme, met bevroren en onbeweegbare tenen, klappertandend thuiskomen en met een warme chocolademelk gezellig voor de verwarming zitten (helaas hebben wij geen open haard). Het is wat anders dan in de bloedhete zomer, vies van je eigen zweet, op te staan terwijl de rugleuning van de stoel nog aan je achterste zit vastgekleefd.
Toch heb ik een hekel aan feestdagen. Noem ze maar op: Sinterklaas, Kerst, Pasen, oud & nieuw, Sint Juttemus. Het heeft misschien te maken met het feit dat feestdagen geen feestdagen meer zijn.
Het zijn feestmaanden.
Eind september, terwijl de terrasjes nog bomvol nazomerende schaarsgeklede dames zitten, worden de eerste pepernoten de winkels al binnengereden. Als Sinterklaas het land uit is komen de kerstkransjes weer te voorschijn en heeft de helft van Nederland al een denneboom in de kamer staan. Om nog maar niet te spreken van die achterlijke blauw verlichte voortuinen. Alsof het een helikopterlandplaats is. Pasen wordt halverwege februari langzaam ingezet, vlak nadat Nederland zijn jaarlijkse massale verkleedpartijtje (Carnaval heet dat volgens mij, in de volksmond) met een drie dagen durende kater vaarwel heeft gezegd. En halverwege oktober kijk ik ‘s avonds vertwijfeld naar de jaarkalender, omdat in de achterstandswijk waar ik woon een dagelijkse vuurwerkshow te zien is.

Het is jammer. We noemen het kerstfeest een traditie die te allen tijde in stand moet worden gehouden, maar laten we het dan ook als een traditie behandelen. Dat betekent de boom een paar dagen voor kerst optuigen, in plaats van eind november. Bij ons thuis staat hij dit jaar waarschijnlijk niet, trouwens, die kunstboom. Het plezier is er wel een beetje van af. En of mij dat een saaie zak maakt? Saai in ieder geval niet, maar ik heb gewoon een hekel aan het verplichte. Het gedwongen vrolijk mee moeten doen aan een feest dat tegenwoordig meer bedoeld is om zoveel mogelijk geld uit de portemonnee van de consument te trekken in plaats van het uitbeelden van de traditionele kerstgedachte. Zoiets zie je alleen nog in de kerk…. Maar daar zal ik niet zijn, de 25ste. Misschien zit ik gewoon op mijn kamer, kijk ik een film of zet ik Lonely Christmas van Mud erop. Wat een heerlijk toepasselijk nummer trouwens.

dinsdag 1 december 2009

De Kaffeefahrten Maffia

Mijn stage bij de Twentsche Courant Tubantia zit er op (eindcijfer 8). Althans, mijn eerste stage, want in overleg met de school en de redactie heb ik mijn verblijf met drie maand kunnen verlengen. Nu wil ik niet met al mijn geschreven verhalen voor de krant te koop lopen, maar één opmerkelijk verhaal springt er tussenuit. Het gaat om een zogenaamde tombola (verloting waarbij er altijd prijs is volgens de VanDale), die de benaming gebruikt als lokkertje voor dubieuze verkooppraktijken en gladde praatjes. Enfin, het betreft het onderstaande artikel:

Dubieuze tombola in De Lutte
LOSSER/DE LUTTE – De heer en mevrouw Silder uit Losser keken deze week vreemd op, toen zij namens het ‘Euro-team’ een uitnodiging voor een prijsuitreiking in De Lutte kregen toegestuurd. De brief, verzonden in een blanco envelop, meldde dat een prijs ter waarde van 300 euro op het echtpaar wacht. Deze moet dan wel op de ochtend van 8 oktober in zalencentrum De Vereeniging in De Lutte worden opgehaald, want toezending per post is niet mogelijk. Ook doet de brief de Silders vermoeden een espresskoffiezetapparaat (inderdaad zonder ‘o’) te hebben gewonnen, maar dat blijkt nog niet het geval.

Euro-team: ‘Prijzen in brief gegarandeerd’
Ze waren allerminst gecharmeerd van de uitnodiging voor de zomertombola in De Vereeniging in De Lutte. In de brief staat dat de familie Silder uit Losser de prijs vorig jaar niet heeft afgehaald en nu nog één kans heeft om ervan te profiteren, voordat het komt te vervallen. Het echtpaar zegt van die bewuste prijs echter nog nooit iets gehoord te hebben.
Bij aanwezigheid op 8 oktober worden de geadresseerden diverse cadeaus beloofd. Zo wacht er behalve de prijs ter waarde van 300 euro ook een digitale klok/fotolijst op het echtpaar. Als ze een ander stel meenemen, slepen ze ook nog eens een kaasmessenset in de wacht.
Opvallend aan de brief is het lijstje met prijzen dat (inmiddels) al is overhandigd. Daartussen prijkt de naam van Silder, met volledige postcode. Bij de andere prijswinnaars worden alleen de cijfers van de postcode vermeld. Een zoektocht naar de anderen namen op de lijst; Bakker, Harmsen, Smeets en Albers in de betreffende postcodes levert een resultaat van soms wel veertig mogelijke personen op.
Het Euro-team GmbH, zoals het bedrijf voluit heet, is gehuisvest in het duitse Augustdorf, heeft een postbus op industrieterrein Het Broek in Arnhem en een KvK-nummer dat naar een rechtspersoon in het Gelderse Velp verwijst. Het bedrijf (dat voornamelijk handelt in dekbedden en matrassen) en de bijbehorende tombola worden door consumenten op het internetforum van Tros-programma Radar veel bekritiseerd. Euro-team verzoekt geadresseerden in zijn brieven vriendelijk met vragen niet de betreffende zaal te bellen, want die kan toch geen nadere informatie geven. Daarvoor is er door het Duitse bedrijf op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur de infolijn in het leven geroepen.
Een woordvoerster van Euro-team GmbH laat via die infolijn weten dat alle prijzen op de brief gegarandeerd zijn. “Mensen zeggen 300 euro te krijgen, maar op de brief staat een prijs ter waarde van 300 euro”, benadrukt ze. Een andere woordvoerster, Femke, bevestigt haar collega. Wel erkent ze dat het in de brief niet om een espresso-koffiezetapparaat gaat. “Er wordt één espresskoffiezetapparaat verloot onder alle postcodes van geadresseerden uit de omgeving”, laat ze weten.
Zalencentrum de Vereeniging weet niks van de intenties van het Euro-team. De zaal is door een tussenpersoon van de in Duitsland gehuisveste maatschappij afgehuurd. Eerder zou het Euro-team wel demonstraties hebben gegeven in het toenmalige zalencentrum De Tankenberg. Er zijn inmiddels meerder vragen over de prijsuitreiking binnengekomen. Het is daarom nog niet bekend of de zomertombola in De Lutte wel zal doorgaan. Ook de politie Twente heeft zich inmiddels op de kwestie gestort en waarschuwt mensen voor valse verwachtingen.
[Bron: TC Tubantia, 25 september 2009, Wilco Louwes]




Publiek gewaarschuwd, de consument tevreden, hoofdstuk afgesloten zou je denken. Niets blijkt echter minder waar. Enkele weken geleden schreef een collega-journalist van de TC Tubantia een sfeerverslag van zo'n verkapte verkoopdemonstratie. Het bracht mij weer op een zoektocht naar de in Duitsland bekendstaande 'Kaffeefahrten Maffia'. Van een onschuldig eenmansbedrijf dat wat bijbeunt lijkt geen sprake meer. Hoewel het Euro-team en consorten op de randen van de wet balanceren, zijn vele ouderen makkelijk te paaien met de misleidende prijsuitnodigingen. Het gezicht en de werkwijze van de in het buitenland opererende Kaffeefahrtenaanbieders worden mij steeds duidelijker. Ze lijken dichterbij te zitten dan aanvankelijk gedacht.

Wordt vervolgd!

dinsdag 8 september 2009

Intro’s en ontgroeningen

Anderhalve week geleden.
Ik loop vanuit het schoolgebouw van Windesheim naar mijn auto en passeer onderweg de gymzaal. Niets bijzonders zul je zeggen, zo’n gymzaal. Maar met deze gymzaal was iets aan de hand.
De buitendeur stond namelijk open.
En in de gymzaal zelf lagen wel honderd slaapzakken met her en der wat verfrommelde kleren, volgepakte weekendtassen en opgedofte kussens. Er liepen wat verdwaalde studenten in t-shirts zo felgeel, dat ik mijn ogen moest dichtknijpen.
Ik besefte wat er aan de hand was: de jaarlijkse introweek.

De introweek, een van de vele fenomenen die mij volledig is ontgaan.
Je moet het hebben meegemaakt, zo wordt er gezegd.
Ja, fantastisch.
Je de hele week de klaplazarus zuipen.
Zo gaat dat nu eenmaal, goed voor de contacten, zeggen ze.
Contacten met andere mensen die zich ook de hele week de klaplazarus zuipen.
Mensen die je de week erna, in nuchtere toestand, niet meer herkennen.
Dat moet wel een hele belevenis zijn.

De volgepakte gymzaal met slaapzakken.
Het deed me even denken aan zo’n vluchtelingenkamp, die je op televisie wel eens ziet als er weer iets aan de hand is in het Midden-Oosten.
Met z’n allen de hele week op een kluitje liggen.
Benauwd.
Tegen onbekenden aan.
De harde, kille grond van de gymzaal.
In de doordringende bierlucht.
Gezellig.
Ik lig dan toch liever in mijn eigen bedje.
Niet dat dat alles is, het krakerige ding is een niet passende bouwval waar ik tijdens mijn slaap al twee keer doorheen ben gezakt.
Maar hij slaapt nog goed en zeker beter dan een zaal waar het hele jaar sporters hun zweet op laten gutsen

Het is niet eens zozeer de introweek waar ik een aangeboren hekel aan heb.
Introweken zijn namelijk verbonden een het instituut dat ik het meest verafschuw: een studentenvereniging.
En een doorsnee studentenvereniging kent weer een zogenaamde ontgroening.
Vieze opdrachtjes die je moet vervullen om er bij te kunnen horen. De slaaf van de tweedejaars.
Dat is wel het laatste dat ik zou doen.

Ik kijk op Youtube en zie hoe nieuwe studenten worden geplaagd, gepest, en uitgescholden.
Hoe ze worden besmeurd met viezigheden, worden geslagen en hoe de broek van hun kont wordt getrokken.
Ook bij de meiden.
Wie legt me alsjeblieft uit wat hier leuk aan is? Want ik ben al jaren op zoek naar een goed argument en ik ben benieuwd of ik er dan ook net zo stom en nichterig om kan lachen als die losers die deze ziekelijke rituelen ook nog op film zetten. Het is me na dertien filmpjes namelijk nog steeds niet gelukt!

Neem dan die ontgroeningen die we niet eens op film terugzien, maar direct in de krant, als er weer iemand is opgenomen in het ziekenhuis met een alcohol- of watervergiftiging.
Want ook bij ontgroeningen mag zuipen natuurlijk niet ontbreken. Nee, dat is onlosmakelijk verbonden met het ideale studentikoze leven. Zuipen en teren op de maximale lening bij de IBG, die schuld betalen we over tien jaar wel af. Toekomst is niet belangrijk.

Ik weet niet wie ik nu zieliger moet vinden.
Zijn het de mensen die de ziekelijke ontgroeningen bedenken of zijn het de mensen die ze uitvoeren, zodat ze geaccepteerd worden in de groep?
Noem mij te nuchter.
Noem mij te serieus.
Maar ik vind ze beide door en door triest.

woensdag 26 augustus 2009

Heimwee naar belspellen

Ontroerd kijk ik naar de geile dames die de seksadvertenties op de commerciële zenders ’s nachts vullen. ‘Programma’s’ die luisteren naar namen als BabeTV, Late Night, Nachtlounge, Erostijl en Relax TV. Ik houd er van om ’s nachts lekker lang op te zitten, maar wie verlost me dan alsjeblieft van Roxy2, Linda6 en Gwen4, die ‘wijdbeens’ wachten op een vent met een ‘echte grote knuppel’?!

Volgens mij heeft de Tweede Kamer het op mij gemunt.
Ze hebben lucht gekregen van mijn nachtelijke escapades voor de beeldbuis en nu willen moraalridders Femke Halsema, Ab Klink en consorten revanche.
Eerst moesten de belspelletjes er aan geloven.
Een doodszonde als je het mij vraagt.
Misleiding of niet, maar belspelletjes zijn verschrikkelijk leuk om ’s nachts naar te kijken. Vooral na het uitgaan, onder het genot van een Cola en met de laptop op schoot is het lachen geblazen.
Er is namelijk niets leuker dan luisteren naar mensen die bij een dier met de ‘S’ denken aan de Chimpansee. En dan de blunders die de blonde dozen van de presentatie zelf begaan: super! Hadden ze die selectie van winnaars nu maar iets eerlijker laten verlopen, dan was er nu geen probleem.

Toen de belspelletjes naar de prullenbak werden verwezen zat ik even in zak en as.
Hoe moest ik mij ’s nachts dan nog scherp houden?
Gelukkig kwamen de televisiebazen met een redelijke oplossing om ook mij te kunnen behagen: AstroTijd.
Geen toptelevisie en bij de presentatie van de meeste helderzienden zelfs verschrikkelijk, maar voor Edward van Erp kon je me altijd nog even uit bed houden.
Wat een man, die met onuitputtelijk enthousiasme positieve tips geeft aan zijn hulpbehoevende bellers.
“Ik heb er geen zin meer in, in het leven”, kermde eens een verwarde vrouw door de telefoon. Haar werd direct (en gratis) een zogenaamde privéconsult gegeven.
Zo is Edward.
Ook deed hij eens uitspraken over iemand die op dat moment in een coma lag. Deze uitspraken werden met zoveel enthousiasme bij de kijkers ontvangen, dat hij de hele nacht werd platgebeld door scheldende nietsnutten.
Geweldige televisie dus, als je om 2.00 uur nog op zit.
Ik heb me in ieder geval rot gelachen.

Helaas werd ook deze vorm van televisie niet toegelaten, omdat het ook het stempel ‘misleiding’ werd gegeven.
Wat dat betreft is het er nu niet veel beter op geworden.
Elke avond blonde langharige dames die met opengesperde benen en roze slipjes zo erotisch mogelijk klinkende vunzige teksten uitkramen.
Opvallend: allemaal lijken ze dezelfde ingesproken omastem te hebben.

Ook nu, tijdens het schrijven van deze blog, is er niet veel soeps op Relax TV.
Een blonde dame op het strand van Bloemendaal, die tussen de duinen vertelt over haar korte rokje en hoe je ‘overal gemakkelijk bij kan komen’.
De stoeipoes speelt sierlijk met haar zwarte kanten behaatje, alsof deze niet goed zit. Ze knipoogt wat in de camera, zet haar even zo geile vriendin (die toevallig net single is en dus te bereiken is op een privé sms boxnummer dat handen vol geld kost en met paarse letters in beeld verschijnt) nog even in de picture en weet dan ook niks nuttigs meer te doen.

Kunnen de commerciële zenders alsjeblieft iets anders verzinnen om de nacht mee te vullen?
Herhalingen?
Leuke oudere films?
TV-programma’s van vroeger?

Help me a.u.b. !
Anders voel ik me gedwongen om vroeg naar bed te gaan!

dinsdag 18 augustus 2009

Brugklas

De scholen zijn weer begonnen. Ja mensen, het is weer zover.
Ik kan niet wachten om ’s ochtends rond acht uur al die brugklassertjes gehaast en met overdreven ingepakte rugzakken, slingerend over de Van Deinselaan te zien fietsen.
Het doet me denken aan hoe ik zelf voor het eerst naar school vertrok.
‘Twee boeken voor Nederlands. Deel A en B. Laat ik ze allebei maar meenemen, dan is het altijd goed.’
Aan het eind van de dag pakte ik alle twintig boeken weer braaf uit, om tot de conclusie te komen dat ik er maar drie gebruikt had.
Een paar jaar later ging het anders. Toen nam ik pas een boek mee naar school, als ik het echt nodig had.
Resultaat: bijna elke dag een halflege tas en de broodtrommel die voor opvulling zorgt.

Achja, de brugklas.
Die goede oude tijd.
De spanning, die maanden van tevoren al begint, maar na het afsluiten van de CITO-toets pas echt toeneemt. Dan begint het zoeken naar de nieuwe school.
Bij mij werd het Zuid. Het Stedelijk Lyceum.
‘De school waar iedereen een mes draagt’, zo werd hier en daar al geroddeld. Messen heb ik er nooit gezien, op school, behalve in het lokaal van verzorging.
Over verzorging gesproken, daar noem ik ook een vak. Alles wat er in deze nutteloze uren werd verteld ging bij mij het ene oor in en het andere uit. Nu weet ik dus spijtig genoeg nog steeds niet hoe die wasmachine van ons werkt!

De brugklas op Zuid.
Het is even wennen, al die regels.
Zo mag je bijvoorbeeld tijdens de pauze niet in het midden van de aula gaan zitten.
Nouja, het mag wel, maar het is je sterk afgeraden.
Elk jaar zijn er weer enkele gewetenloze figuren die het erop wagen.
En elk jaar worden ze binnen enkele minuten weggejaagd door een regen aan kleingeld, dat vanaf boven, vanaf de befaamde vide, naar ze toe wordt geworpen.

Het eerste jaar op de grote school.
Elke vijftig minuten de bel. Een monotone pieptoon die je tien seconden lang irriteert.
En dan: tas inpakken, opstaan en rennen. Wurmend door de massa.
Hoe sneller hoe beter.
Want als je niet binnen vijf minuten in het andere lokaal bent, dan zwaait er wat!
Elke vijftig minuten een bel.
Voordat ik de baard in de keel kreeg, had ik het tot mijn kunst verheven om de bel exact te kunnen imiteren. Dat heeft me in het tweede jaar zelfs wat strafwerk gekost, bij de strenge mevrouw Huizingh van Duits.
Tien minuten voor het einde van de les, imiteerde ik onopvallend de bel. De klas stond op en liep het lokaal uit.
Mevrouw Huizingh pakte haar tas.
Ik stond even later buiten in de schijnwerpers en natuurlijk mocht iedereen weten dat ik het was, van die bel. Jammer genoeg stond mevrouw Huizingh in de deuropening.
En terwijl de echte bel klonk, ging de grijze bos krullen van Huizingh gebukt over ‘Na Klar!’ Gedecideerd wijzend naar de woordenlijsten die ik zou moeten gaan overschrijven.

Een jaartje brugklas.
Drie disco’s en een kerstbal, dat had je nog nooit meegemaakt.
Ja, met kerst deed je wel iets oubolligs op de basisschool. Met z’n allen in de klas, met een plastic bord op je met papieren kleed gedekte schooltafel. En dan gezellig aan het kerstdiner, tientallen kaarsjes die voor het prille licht zorgen.
Nee, dan gaat het er op de middelbare school wel anders aan toe. Daar waren disco’s die tot elf en soms wel tot twaalf uur duurden!
Dansen deed je niet, of amper. Alleen schuifelen, daar was je nog wel voor te porren.
Zodra de bekende ballads - ik noem de titelsong van Titanic of Notting Hill - aanvingen ging men op zoek naar een danspartner. En daar stond je dan, op de dansvloer. Nouja, ik vaker niet dan wel. Dus daar stond ik dan te kijken hoe er langzaam werd geschuifeld over de met cola en andere smerigheid besmeurde dansvloer.

Een heel jaar brugpieper.
En dan is het voorbij, dan ga je naar de tweede klas.
Met een nieuwe lading brugpiepers die de school komt verkennen.
En dan ben jij degene die ze uitlacht en plaagt.
Dan begint de nieuwe tijd.
De tassen worden lichter, de schooldagen korter.
En als je echt oud genoeg bent, dan mag je elke dag bekijken, hoe duizenden scholieren zich met chagrijnige koppies naar school begeven.
De brugklas, die goede oude tijd.

dinsdag 4 augustus 2009

Meelopers

MTV. Een zender met muziekclips, waarop tegenwoordig bijna geen muziekclip meer te zien is. Een zender, die je erop zet als je na twee zakken chips en drie keer je kamer te hebben schoongemaakt nog steeds niet weet wat je nu weer eens kunt doen. Geen zender die je erop zet omdat je je lievelingsprogramma niet wilt missen.

Enfin, diep in de nacht of in de zomervakantie wil ik dus wel eens blijven steken bij MTV. Ik zal eerlijk zijn: bij sommige programma’s kan ik me best wel eens vermaken. ‘Made’ of ‘The X-effect’ bijvoorbeeld. Maar er zijn ook programma’s waar ik me ronduit aan kan ergeren. En daarvoor zullen ze ook wel zijn gemaakt, denk ik.

Ik noem ‘My BFF’ als voorbeeld. Een programma waarin tien jonge hopeloze grietjes er werkelijk alles voor over hebben om de Best Friend Forever van Paris Hilton te worden.
De accessoire van een stinkend rijke hotelerfgename die nog nooit iets heeft uitgevoerd, maar wel in elke mannenbroek van New York blind de weg weet.
Een eeuwige breezerslet voor wie ‘Forever’ een relatief begrip is, net als ‘morgen’ of ‘volgende week’ voor een normaal functionerend mens. Het programma had daarom net zo goed ‘My Best Friend For Tommorow’ of ‘My Best Accessoir Forever’ kunnen heten.
Opvallend, is hoe de tien gegadigden in het programma blind achter Paris Hilton aanlopen. Wanneer een rapper genaamd Dirt Nasty (en zo ziet hij er ook uit) in een nieuwe uitdaging van Paris aan elke dame vraagt om een wangkus of een likje op zijn buik, doet bijna iedereen dit. Want, zo weten ze, Paris kijkt via een camera mee en zal met een deskundige beoordeling bepalen wie van de meelopers afvalt, omdat ze niet bij haar past.
Het meest verlegen meisje van het stel begint te zoenen met Dirt Nasty, want - zo zegt ze zelf - zij dacht dat dat maar moest.
Blind doen de dames wat Paris van hen verlangt.
Het zijn allemaal sletten in opleiding.
De afvaller? Het meisje dat niks van meneer Nasty moet weten en haar eigen wil heeft.

‘My Supersweet Sixteen’, nog zo’n voorbeeld van meeloperij.
In dit programma volgt MTV een meisje dat zestien wordt in de aanloop naar haar grote kitscherige feest in de duurste tent van haar stad.
De hele school staat op het schoolplein te krijsen als de uitnodigingen in ontvangst worden genomen. “Wie niet wordt uitgenodigd hoort er niet bij” of “Dit wordt nog mooier dan mijn eigen bruiloft”, zijn veelgehoorde uitspraken van de wannebees op het plein.
Te triest voor woorden.
In de wolken om op het feest van het rijkeluispopuliertje te zijn uitgenodigd, alwaar je ogen worden uitgestoken met een optreden van een of andere (mij onbekende, maar voor de meesten wereldberoemde) gangsterrapper en een spiksplinternieuwe auto als verjaardagscadeau.
En dat allemaal onder het motto: pappie betaalt.

Iedereen gaat uit zijn dak.
Schreeuwt en krijst.
Krijst en huilt.
Huilt en schreeuwt.
Want ze horen erbij.
Ze zijn getuige geweest van het feest van het populairste meisje van de school.
En zij, zij zit op een troon.
En ze huilt ook.
Niet van blijdschap, maar omdat haar nieuwe Mercedes blauw is, terwijl ze nog zo had tegen papa had gezegd dat zachtroze haar lievelingskleur is.
Maar iedereen schreeuwt haar naam, dus wat maakt het nog uit?

Meelopen.
Meeschreeuwen.
Meedoen om ‘er bij’ te horen.
Ik heb er altijd een hekel aan gehad. Waarbij moet je eigenlijk horen?
Het liefst ga ik tegen de draad in, steek ik de kop in het zand.
Als iedereen naar links wil, denk ik: waarom gaan we niet naar rechts?
Als iedereen in die vreselijke nieuwe All-Stars loopt en elkaar kwijlend over hun nieuwe schoeiseltjes vertelt, koop ik mezelf een paar bij Schuurman. Ze zitten nog lekker ook, bovendien.
En als iedereen op de openingsdag van de Drie Gezusters uren in de rij gaat staan om naar binnen te mogen, sla ik dit tafereel vanaf een rustig terrasje gade, om een maand later dan zij te constateren dat de voorspelde gezelligheid er nog wel tegenvalt.

Meelopen.
Blind achter de groep aanlopen, zonder te denken aan je eigen mening.
Onbegrijpelijk.
Daarom heb ik bewondering voor diegenen die dwars ertegenin gaan.
Die maling hebben aan het gebruikelijke en het verwachte.
Arie Boomsma bijvoorbeeld. Zo’n man die druk bezig is het imago van zijn geloof te verbeteren met voor de EO baanbrekende programma’s. Dit tegen wil en dank van zijn eigen omroep en omroepleden in.
Daar is lef voor nodig!
In afwachting van meer van deze persoonlijkheden zap ik voorlopig toch maar niet langs MTV. Het blijft namelijk ook wel weer grappig om honderden hersenloze volgertjes achter de mislukte ‘Beauty Queen’ van hun school te zien banjeren.

maandag 27 juli 2009

Verhalen uit Kroatië (2): Een dag in Medulin

Het is warm in de geelgroene bus naar Pula, de grootste stad van Istrië.
Zeg maar gerust: kokend heet.
De verouderde stadsbus is als een warme bakkersoven, en wij liggen er als goudbruine croissants in te gloeien.
Airconditioning is er niet. Wel is er af en toe een vlaag van frisse lucht, die ons via de half - maar maximaal - geopende plastic raampjes weet te bereiken.
Ook al is de afstand naar Pula maar tien kilometer, we zullen drie kwartier in de oven moet verblijven. Alle kleine gehuchtjes tussen Medulin en Pula worden namelijk ook aangedaan.
De stadsbus rammelt.
Het dingt trilt, wiebelt en kraakt aan alle kanten. Het is een bus die vijftien jaar geleden ook door onze straten reed, maar inmiddels al vele jaren weer is afgeschreven.
Het kolossale voertuig wurmt zich door de kleine dorpssteegjes van Medulin.
Straatjes die een uit de kluiten gewassen stationwagon (je weet wel, zo'n grote roestige Volvo, waar het hele gezin in past) al geringe ruimte hebben te bieden. Laat staan een stadsbus. Zowel aan de linkerkant als aan de rechterkant heeft de bus niet meer dan dertig centimeter om uit te wijken. Het lijkt de chauffeur niet te deren, want met een rotvaart weet hij de bus door het dorp heen te sturen. En dat zonder ongelukken.
Naast de buschauffeur staat een man in een uniform.
Het is een soort conducteur, maar dan in de bus.
Hij heeft een apparaat in zijn hand waarmee hij kaartjes van passagiers zou kunnen doorknippen. Zou kunnen ja, want ik zie ik hem het apparaat de hele rit niet gebruiken.
Het is een man van middelbare leeftijd en hij heeft wel wat weg van Robert de Niro.
Tot hij zijn mond open doet. Waar het onderste gedeelte van zijn gebit er nog netjes en compleet uitziet, is er van de bovenste helft weinig over.
Een paar kiezen en twee voortanden, waarvan eentje in het zilver gegoten.
Hij praat met een vrouw, die ook in een uniform is gehesen. Zij zit echter op een stoel en doet verder niks.
De bus raakt vol.
Een dikke Kroatische vrouw, die haar boodschappen in vier plastic tasjes draagt, laat van alles vallen.
Een grote appel rolt door de bus. Ze pakt hem op en stopt hem weer terug in haar tas.
Dan neemt ze plaats.

*


"Bitte, kommen Sie gücken"
Een Kroatische houder van een souvenirshop smeekt ons om een kijkje te nemen tussen zijn prullaria.
"Schöne Preise"
De sloeber is zichtbaar ontgoocheld over de geringe interesse voor zijn tentje.
"Bitte", roept zijn fragiele vrouw er nog hopeloos achter aan.
De dag erna doet zich hetzelfde ritueel voor.
De souvenirtent zit vlak bij de oude dorpskern, een klein stukje lopen van de altijd drukke baai.
Ogenschijnlijk krijgt de shop niet heel veel bezoekers. De badlakens hangen halfstok en een grote ton met plastic ballen ziet er na twee dagen nog precies hetzelfde uit.
Souvenirwinkels, je kent ze wel. Wie ooit in Amsterdam is geweest, weet al wat ik bedoel. Na elke vijftig meter is er zo'n standaard winkeltje, met allerlei prut. Van vreselijke t-shirts met zogenaamd ludieke teksten als 'Beer here' (waarbij er een pijl naar de buik wijst) of met plakstickers van draadpoppetjes in erotische houding erop. Winkeltjes die demente oma's gek kunnen maken, want elke keer als ze er één voorbij lopen, denken ze een rondje te hebben gelopen. Je ziet ze in elk toeristisch gebied, dus ook in Medulin. Soms wel zes naast elkaar, met allemaal dezelfde rotzooi: kettinkjes, shirts, zonnebrillen en onbeschrijfbare onzin van nepmerken.
En het ergste is wanneer je een winkeltje betreedt: de winkelhouder loopt standaard vlak achter je aan. Soms met de vraag: 'Can I help you?' Maar meestal zonder een woord uit te spreken. Daar loopt hij, op een afstand van nog geen halve meter. Je voelt de hete adem in je nek, hoe hij over je schouder meekijkt als je iets pakt. De doordringende ogen, de bemoeizuchtige gebaren en het altijd positieve 'It looks nice on you' zonder dat er iets is gepast. Deze figuren zoeken zelf wel uit wat goed voor je is, jij hoeft het niet meer te doen. Ze willen hun koopwaar wel uit je handen rukken, in een tasje stoppen en het geld persoonlijk uit je portemonnee trekken. Bovendien staat nergens een prijs bij. Als goedopgevoede Nederlander ben ik niet in staat om af te dingen. Oplossing: Ik koop niets waar geen prijs bij staat, anders heb ik het gevoel dat ik word opgelicht.

*


Twee macho's met poetsdoeken staan voor een eettent.
Zij werken er.
Hun nonchalante en verveelde houding verraadt dat ze op het moment weinig te doen hebben. Ze hangen wat tegen een stenen tussenmuur voor de ingang.
Dan lopen wij langs en de jongens vrolijken op.
Er ontpoppen zich brede, slijmerige glimlachen op hun gezichten.
Eén van de macho's wrijft langzaam met zijn vingers over zijn typische baardje. Je weet wel, zo'n dun uitgesneden streepje haar, dat zich via de bakkebaarden naar de onderin kronkelt.
"Hello! Come site here!" Zeggen de macho's vrolijk.
Ik kijk op, maar ze hebben geen oog voor mij.
Aan hun blikken te zien bekijken ze Ellen van top tot teen, en weer terug.
Een geniepig lachje doet de lippen van de obers krullen.
'Die dame is binnen', lijken ze te denken. Maar Ellen schenkt ze weinig aandacht en loopt verder.
Tien meter verder draai ik me stiekem nog eens om en zie de macho's, nog altijd met poetsdoek op hun schouder, Ellen nakijken.
Het is een mannelijk trekje, om mooie vrouwen te bekijken, maar zo onbeschaamd en overdreven als hier heb ik het niet vaak gezien.

*


Bij Café Dona is een forse, kale man in de weer.
Hij staat op een gammel houten trapje en houdt met een hand het uitstekende billboard van het café vast.
In zijn andere hand heeft hij een dikke, rode, watervaste stift.
Hij schrijft.
Als hij klaar is, en het trapje weer ontstijgt, wordt me duidelijk waarmee de man zich heeft bezig gehouden.
De onderste helft van de letter 'C' in 'Café' ontbrak op het billboard.
Om de rode letter te completeren besloot de man in een opwelling om het zelf maar te doen.
De 'C' ziet er van een afstandje weer puik uit.
Zijn drinkmaatje, een gezette, zwartharige man met een barstende pukkel op zijn linkerwang, heeft het tafereel aanschouwend waargenomen.
Hij aait een hond.
Een groot uitgevallen grijzige Malteser.
Een vuilnisbakkenras. Hij lijkt op de televisiehond Benji.
Dan valt mijn oog op het logo van Café Dona.
Op het billboard staat een plaatje van een hond die sprekend lijkt op het beest dat op het moment wordt betutteld door de man met de pukkel.
De hond is Dona, gastvrouw van het café.
Dona smeekt niet om klanten.
Dona hanteert geen poetsdoek.
Dona is geen macho.
Dona is simpelweg een zakelijke vlooienhond.

maandag 20 juli 2009

Verhalen uit Kroatië (1): Marko

Het is zaterdagochtend 5.00 uur. Ellen en ik wachten samen met wat andere vakantiegangers op een parkeerplaats bij het Kroatische grensplaatsje Rupa op ons verdere vervoer. De bus van Solmar heeft ons zojuist afgezet aan de Sloveense grens en rijdt verder richting het binnenland van Kroatië. De rest moet naar Istrië; wij naar het zuidelijke Medulin om precies te zijn. Na een half uur wachten rijdt een witte touringcar de parkeerplaats op. Daarachter een zwarte Volkswagen Polo, waarop met lelijke roze letters de tekst 'Club Pula' staat te lezen.

De chauffeur van de touringcar is zo'n typische Kroaat. Een gebruinde Poolse Oostblokker, daar lijken ze wel op.
'To Poreč', is het enige dat hij zegt. Verder geen Duits en al helemaal geen Engels.
Alleen: 'To Poreč'.
Alsof hij de avond ervoor onder toeziend oog van zijn vrouw deze woorden heeft ingestudeerd.
Ik zie het al voor me: 'To Poreč' en zijn vrouw die hem glimlachend vanuit bed toekijkt, trots op de Engelse vorderingen van haar wereldvreemde man.
De bestuurder van de Polo lijkt al net zo onder de indruk van de Engelse en Duitse vragen die hij krijgt toegeworpen. Wanneer wij zijn vragende blik beantwoorden met 'Medulin', klinkt er vanuit de jongen, Marko genaamd, een beheerste 'yes' en daaropvolgend een gebaar dat we hem moeten volgen. Wij krijgen, in tegenstelling tot de rest, privévervoer naar ons hotel.
En terwijl een grijze oma in het Nederlands de Kroatische buschauffeur probeert te zeggen dat ze van afstapplaats wil veranderen (en het antwoord van de klunzige chauffeur steevast 'To Poreč' blijft) vertrekken wij naar Medulin.

Marko is stil.
Marko is het type Whizzkid.
Het veelgeplaagde jongetje op de basisschool (klein brilletje, beetje gezet, kort opgeschoren stekeltjes en in zichzelf gekeerd) is een late twintiger geworden. Hij vervoert mensen voor de Kroatische reisorganisatie Astarea naar hun hotel of elders.
Marko zegt niets als hij zijn Polo via de Kroatische havenstad Opatija de bergen in stuurt. Verbolgen zit hij achter het stuurwiel en zorgt hij ervoor dat de toerenteller van zijn nieuwe auto geen moment rust krijgt.

Vanaf nu waan ik mij in twee horrorfilms:
Op een Kroatische parkeerplaats worden opgehaald door een wereldvreemde Kroaat. Geen Nederlandse reisleiding te bekennen. Blind moeten vertrouwen op de goedheid van een Oostblokker.
Het doet me denken aan Hostel. In deze film worden een aantal backpackers een Tsjechisch hostelletje ingelokt. Aldaar lijken ze in het paradijs te komen, maar worden ze vastgehouden om door doodgewone mannen uit de hele wereld voor het hoogste bod doodgemarteld te worden. Nu zie ik mijzelf nog niet op een bebloede verrotte eikenhouten slachttafel liggen met doorgesneden achillespezen en een ouderwetse Praxis schuurmachine op mijn toch al niet zo rechte neus gericht, maar het geeft me wel even een raar idee.
Tegelijkertijd voel ik me een slachtoffer in een nieuwe film in de Final Destination-reeks, waarbij ik zo'n visioen krijg van een vreselijk bloederig verkeersongeluk. Een lancering van het viaduct, waarna we de eindeloze diepte van het ravijn instorten. Marko neemt het namelijk niet zo nauw met de verkeersregels, net als het overige Kroatische wegverkeer overigens (maar dat terzijde).
Hij rijdt 140 waar 80 is toegestaan. Haalt op de onoverzichtelijke Istrische wegen – waar staat aangegeven dat dit verboden is – doodleuk in. Belt tijdens het manouevreren door de scherpe bochten rustig door en kruipt daarbij ook nog eens vlak op zijn voorliggers.
Alsof dat nog niet genoeg is weet Marko zich met moeite wakker te houden. In de binnenspiegel zie ik zijn dichtgeknepen oogjes steeds dieper zakken en regelmatig wrijft hij zijn vingers door z'n vermoeide ogen. Ik besluit de nietsvermoedende slaperige Ellen niet onnodig bang te maken door dit te vermelden, maar ikzelf kan mijn ogen het volgende uur niet van die van Marko afhouden. Iedere keer wanneer hij even lijkt in te dutten probeer ik hem scherp te houden met een harde kuch, waarna hij zijn slaperige blik verschrikt weer op het voorbijrazende wegdek richt.

Eenmaal – opgelucht – aangekomen in het hotel denken we Marko niet meer te zullen zien, maar tijdens een dagtrip naar Venetië blijkt ons vermoeden onjuist te zijn. Op onze weg naar het vissersdorpje Rovinj stopt Marko's zwarte Polo regelmatig voor onze touringcar om nieuwe opgehaalde mensen in de bus te laten. En bijna alle keren gaat het ongeveer zo: De Volkswagen rijdt met grote vaart voor ons uit, stopt bij een hotel of camping, waarna onze touringcar ook stopt. Dan stapt Marko uit de Polo. Relaxed, zo als we hem ook van de heenweg kennen. Hij loopt richting de voorkant van de bus, kijkt de buschauffeur stoer aan en maakt zo'n knikkende beweging met zijn kin, waarmee hij lijkt te vragen 'had je wat?' Kroatische humor denk ik.
Bij de laatste stop, in Rovinj, stapt Marko zelf de bus in. Hij grijpt de microfoon en tot onze verbazing spreekt de studiebol vloeiend Engels. Luid en duidelijk legt hij iedereen de gang van zaken uit. Hij zal ons naar de boot naar Venetië leiden. En dat doet hij als een kleuterleidster die haar klas door de drukke stadse straten naar het gymlokaal leidt. Met continu een bezorgde blik naar achteren om te controleren of de groep nog compleet is.

Het is wederom niet onze laatste ontmoeting met Marko. Op de tweede zaterdagavond blijkt hij weer verantwoordelijk voor onze transfer tussen Medulin en de grensstad Rupa, waar ons vervoer naar Nederland wacht.
Anders dan onze eerste ontmoeting wordt het niet, hoewel hij nu wel enkele zinnen Engels met ons spreekt.
Verder is het dezelfde Marko.
Verbolgen zithouding, hardrijden, bumperkleven, bellen en inhalen.
Nu heeft Marko echter geen moeite om wakker te blijven.
Vriendelijk, maar stoer, zwaait hij ons aan de Sloveense grens na, als hij zelf terugkeert naar Istrië.

Marko, een jongen om niet te vergeten.

vrijdag 10 juli 2009

Zo waarlijk helpe mij God almachtig

Op de derde rij gaapt een blondine. Haar mond staat zo wijd open dat ik er wel naar moet kijken. Dan lijkt ze te zuchten, terwijl ze slaperig naar haar klasgenoten kijkt. Op de tweede rij zit een brunette. Ze heeft van dat lange krullende haar. Ook zij doet haar mond open, maar gaapt niet. Ze rolt het topje van haar wijsvinger beheerst over het puntje van haar tong. Dan verdwijnt haar hand naar onderen, om uit te komen bij haar rode sandalen. Er zal een vlekje op zitten, want haar natte vinger poetst over de felrode lak. Op de eerste rij zit een jongedame onderuitgezakt op haar stoel. Ze is verveeld, met haar linkerhand in het haar dat inmiddels alle kanten op staat. De vingers van haar rechterhand trommelen speels op haar bovenbeen. Verveling alom tijdens de diploma-uitreiking van afgestudeerde HBO-'ers. Zelf zit ik in de zaal. Ik ben meegekomen met Ellen, die haar diploma komt ophalen.


 

Een diploma-uitreiking stelt op zich niets voor. Je komt binnen, gaat zitten, zet wat handtekeningen en je bent klaar. Dat zou je zeggen, maar scholen maken er een gewoonte van om van deze gelegenheden een hele happening te maken. Een toespraak van hem en een anekdote van haar. Wat gedichtjes, beloftes en complimentjes en je bent zo een paar uur verder. En voor alles moet worden geklapt, ook wanneer de leraren en directeuren van de academie worden genoemd. Na elke naam klinkt een luid en vrolijk applaus. Het zal wel zo horen, denk ik en wacht tot ook het publiek wordt voorgesteld. "En daar, lieve mensen, achter de parterre, op de eerste rij van de zaal, links van het midden zit Wilco Louwes dames en heren!" Onder luid gejoel en overweldigend applaus sta ik op, wuif de honderd mensen enthousiast toe, maak een lichte buiging en ga weer netjes zitten in afwachting van de aankondiging van mijn buurman. Maar zo zou het niet gaan deze middag. Het bleef bij de leraren, begeleiders en de directeur van de academie, Fons Pol.


 

Hij is de eerste die zijn zegje mag doen. En hij laat dit moment niet onopgemerkt voorbijgaan. Pol begint de toespraak met een spreuk van zijn kalender. "Scholen leren je niet om…" en de rest van de spreuk moeten jullie tegoed houden. Terwijl ik bezig was met het ontcijferen van het eerste gedeelte, was het tweede deel al uitgesproken en tijdens het nadenken over wat het tweede deel had kunnen zijn, was het eerste deel van de spreuk mij al ontschoten. Maar één ding werd me wel duidelijk: de beste man heeft geen leuke kalender. Niet zo'n Fokke en Sukke geval, met elke dag een leuke strip. En ook geen van Playboy met elke maand een nieuwe schaarsgeklede dame. Nee, dit is een kalender waarop elke dag een wijze spreuk te lezen valt. Zo'n scheurkalender die je beter 's avonds vast kan bekijken, omdat hij slaapverwekkend is in plaats van verfrissend. Op de eerste rij hebben twee figuren de spreuk wel gehoord en zo te zien ook begrepen. De jongen en het meisje knikken instemmend. Hij heeft een bril en is in een net pak gehesen, een beeld zoals je die kunt hebben van een echte nieuwslezer. Zij is ook degelijk gekleed. Op haar hoofd danst een grote bos met bruine krullen. Ze passen wel bij elkaar: beide even serieus en beide met gekruiste handen in hun schoot. Net een echtpaar dat tijdens hun veertigste huwelijksjaar op zondagochtend op de bus naar de kerk wacht.


 

Na de toespraak is het wachten. Wachten op de beloftes. Wachten op de handtekeningen. Wachten zoals ik eerder die dag deed in de receptie van TC Tubantia, waar ik in september mijn eerste stage ga lopen. Bij de receptie aangesloten zit ook een servicebalie van Mondial Tours, waar drie zonnebank gebruinde dames lezersreizen van Tubantia-leden verzorgen. Tijdens het wachten op mijn stagebegeleider vang ik een aantal gesprekken op. "Ik zeg tegen die vrouw, ik zeg je moet wel switchen. Dat is verstandiger zeg ik. Maar die vrouw zegt van nee en dat doe ik niet enzo, maarja we moeten toch wel paal en perk stellen." De rossige vrouw, die even daarvoor het gebouw nog kuierend betrad, lijkt te vragen om een bevestiging van haar collega's. En die krijgt ze. Van de zwartharige die ondertussen enkele blaadjes aan elkaar niet. "Ja, dat soort dingen houd je toch wel hoor", zegt ze monotoon. De derde vrouw kent de problemen van de rossige meid. "Gisteren werd ik me toch afgeblaft door een klant; ik was me van geen kwaad bewust!"


 

Terug bij de diploma-uitreiking zijn de beloftes in volle gang. De belofte houdt in dat de verpleegkundige belooft zich aan het recht op privacy van haar toekomstige patiënten houdt. Deze belofte dient beantwoord te worden met 'ja dat beloof ik' of 'zo waarlijk helpe mij God almachtig'. 62 geslaagden houden het simpel en zeggen 'ja dat beloof ik', maar één student, de nieuwslezer van de eerste rij, is tegendraads. "Zo waarlijk helpe mij God almachtig." Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Alsof het niets is! Even laten zien dat je de Nederlandse taal beheerst. Dat je die zin wel durft uit te spreken ten overstaan van honderd aanwezigen. Dat je twee uur hebt geoefend om het er zo vloeiend mogelijk uit te krijgen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Even die rust pakken als je naam wordt genoemd en op het moment dat de zaal stilvalt van verwachting, floep je het er in één keer uit.


 

En dat maakt indruk.

Alsof je tijdens een uitje met je vrienden, die allen een Cola bestellen, voor jezelf een Cola Light laat serveren. Even laten zien dat jij wat anders hebt. Wat lekkerder is.

Ik ga deze uitsmijter ook maar instuderen.

En dat beloof ik!

Zo waarlijk helpe mij God almachtig.


 

woensdag 24 juni 2009

Over slechte acties, profiteurs en laatste werkdagen

Oke, eerlijk is eerlijk: de laatste actie van mijn werkgever Albert Heijn was niet zo'n succes. De 'laagste prijs garantie' zorgde voor boze klanten, veel onduidelijkheid over de actievoorwaarden en nog meer negatieve publiciteit. Maar om er nou een hobby van te maken om van de actie te kunnen profiteren, gaat ik wel erg ver, vonden mijn collega's en ik. Toch lopen er genoeg mensen rond die er alles aan doen om wat gratis flessen cola in de wacht te slepen.

Zoals die vrouw met rossig, krullend haar het bij de Albert Heijn Mirocenter altijd voor elkaar krijgt om 35% stickers te ontvangen om de meest onbenullige en uiteenlopende redenen en ze bij elke actie wel een addertje onder het gras vindt, werd ons filiaal aan de Eschmarkelaan vrijdagavond weer verrast door een bezoek van een inmiddels vaste actieprofiteur. De bewuste jongen loopt samen met een vriend door de winkel, zet zes flessen cola in zijn winkelwagentje en loopt de kassa voorbij, rechtstreeks naar de informatiebalie. Aldaar frommelt de jongen een papieren foldertje uit zijn binnenzak, met daarop grote groene cijfers en letters. 'Het is weer zover', lijkt Chantal achter de informatiebalie te denken. De jongen, zelf werkzaam bij de Miro, heeft er een hobby van gemaakt om tijdens de laagste prijs garantie zoveel mogelijk producten gratis te krijgen. Er is niks tegen in te brengen, want de jongen heeft gelijk: bij een lokale buurtsuper in Wageningen zijn de flessen Coca Cola net iets goedkoper dan bij de Albert Heijn. De zes flessen in zijn mandje krijgt hij gratis mee. 'En een appeltaartje?', vraagt hij brutaal, maar geheel conform de actievoorwaarden. 'Die hebben we niet meer', zegt Britt van het brood, die net haar laatste zoeternijen heeft verkocht. Teleurgesteld, maar zelfvoldaan stapt de jongen de winkel uit. Zwaaiend rijdt hij weg in zijn auto.

Op dat moment hebben we woorden te over om de trieste daad van de jongen te veroordelen. Bellen met een vriend in Wageningen, het foldertje laten opsturen per post en de auto pakken naar de Eschmarke: het moet allemaal bijna net zoveel hebben gekost als dat het de jongen heeft opgeleverd. En hij werkt nog bij Albert Heijn ook! Het is een schande. Dat laatste blijkt niet meer te kloppen. De jongen, een aardige gozer en bovendien een vaste lezer van mijn blog, heeft zijn drie contractjaren uitgediend en krijgt in deze crisistijden geen contract voor onbepaalde tijd aangeboden. Daarentegen staan vanaf volgende week weer twee 16-jarige giechelkontjes klaar om voor 2,50 euro per uur met chagrijnige gezichtjes quasilaks wat kassatoetsen in te drukken. 'Heeft u een Bonuskaart, meneer?' Het is de harde waarheid van de supermarktenwereld. De jongen draaide zijn laatste week en dit was zijn afscheidscadeau. Kan ik het hem nog steeds wel kwalijk nemen?

We gaan negen maanden terug, wanneer mijn laatste dagen bij de Miro geteld zijn. Vier jaar heb ik er dan gewerkt en ik ben toe aan iets nieuws, zoals de gloednieuwe promowinkel in de wijk De Eschmarke. Voor het eerst schrijf ik nu over mijn afscheid van de Miro, want, zo heb ik in de voorbije jaren geleerd, schrijf je dingen in frustratie vaak net iets te ruw op. Nu de frustratie en teleurstelling weg is – ik voel me thuis in het gezellige filiaal aan de Eschmarkelaan – kan ik er wat over kwijt. En een teleurstelling was het, de avond dat ik en 10 andere collega's na vier tot tien jaar trouwe dienst bedankt werden met een snoezige teddybeer en een gevuld doosje Merci. Vergeet ik bijna de riante bos bloemen te vermelden. Kosten voor de zaak: 0,0. Alles kon in de computer worden weggescand en zo worden verrekend met de vernietigingen. Het feest mocht bovendien niet uitlopen tot na 23.00 uur en er werd vriendelijk doch indringend verzocht vooral niet teveel alcoholische versnaperingen te drinken. Het zou toch eens wat kosten. De snoezige teddybeer kijkt tegenwoordig vanuit een kast over mijn kamer, de Merci was binnen dertien uur op en de bos bloemen…. Waar heb ik die ook alweer gelaten? Nee, een groots afscheid was het niet. Daar zijn allen die toen vertrokken het in ieder geval wel over eens. De tijd van leuke afscheidsborrels was toen al voorbij. Tegenwoordig worden er alleen nog handen gegeven. Als je gelukt hebt, althans, want er zijn andere voorbeelden te noemen.

Terugkomend op onze actieprofiteur. Triest of niet? Met het naderende einde van je contract – die je drie jaar fatsoenlijk hebt uitgediend – en de handdruk in het vooruitzicht kun je je toch geen beter afscheidscadeau wensen dan 24 pakken Mars ijs, 20 dozen crackers, 36 Mona puddingen en 16 sixpacks flessen cola? Ik trek mijn woorden terug, al had ik mijn daden wel tot mijn eigen filiaal beperkt.

dinsdag 16 juni 2009

Koffie en Cake

Afgelopen donderdag had ik een crematie. Nare woordencombinatie is dat eigenlijk, een crematie 'hebben'. Alsof het een tuinfeest is bij de achterbuurman die vorige week 43 is geworden: "Nee, ik kom niet sjoelen vanavond, ik heb een crematie." 'En volgende week?' "Euhm, nog niet zeker, ligt eraan wat mijn tante doet." Maar crematies en begrafenissen zijn bepaald geen feest, hoewel het soms anders doet vermoeden als ik de ontvangstruimte rondkijk.

Halverwege de ontvangstruimte, een grote kale zaal waar zich wel bijna driehonderd mensen hebben verzameld, knipperen twee bordjes: 'Stilte'. Voorzichtig proberen enkele mensen de gemoederen te bedaren door onderwijzend te sissen, maar velen schijnen dit niet te horen. "Ach Ans! Hoe is het? Waar ga je dit jaar naartoe op vakantie?" klinkt het links achter mij. "Ja, mijn zwager had daar ook altijd wel last van hoor, hahahaha" buldert een oude oma aan mijn andere zijde. En ergens verderop nemen drie grijzende mannen rustig het laatste voetbalnieuws door. Het gebeurt bij elke crematie, ik heb het bij de enkele plechtigheden in mijn familie ook meegemaakt. Mensen die het fatsoen niet hebben even hun mond te houden. Die een crematie gebruiken om oude contacten weer op te ratelen. Die getooid in bloemetjesjurk de ceremonie komen bijwonen. Waarbij alleen een hoed met veren ontbreekt om tot Prins Carnaval te worden omgedoopt.

Als ik dood ben, ben ik dood. Hopelijk ben ik dan een gelukkige, gezonde, oude man geworden, maar dat heb je slechts gedeeltelijk in je eigen hand.
Bij mijn crematie mag iedereen komen die maar wil.
Gekleed in blauw en zwart, want dat vind ik mooi.
En iedereen mag iets zeggen. Positief of negatief, dat deert niet.
Er mag worden gehuild, hoeft niet.
Er mag ook een kleine beetje worden gelachen, zolang het maar om mij is.
En alleen een lieve lach.
Een glimlach als van een kind.
Of een droevige lach.
Geen schaterlach.
Ook geen 'Donald Duck lach' die de hele bende bij elkaar knettert.

Er is koffie.
En fris.
Geen bier, zoals ik eens in de familie meemaakte. Bier, broodjes en hapjes: Het leek wel een bruiloft. In Duitsland hebben ze daar ook een handje van bij begrafenissen. Na de begrafenis vliegen daar hele broodmaaltijden over de tafels. En de laatsten gaan zwalkend van de drank naar huis.

Er is wel cake.
Euroshopper Cake.
Want die is goedkoop.
En lekker.
En vet.
Zo denkt iedereen 's avonds bij het uitwassen van de vetvlekken nog één keer aan mij.
Een afscheidscadeau.

En bij de ontvangstruimte staan vijf hele grote borden:

- STILTE -

zaterdag 13 juni 2009

21-12-12

Ergens in februari belde ik met Patrick Geryl, een Belgische onderzoeker en 2012-aanhanger.

Het klimaat verandert. Zo waarschuwde de voormalige Amerikaanse presidentskandidaat Al Gore ons drie jaar geleden met zijn film 'An inconvenient Truth'. Een ongemakkelijke waarheid. Zeker wanneer Al Gore voorspelt dat ons kikkerlandje langzaam wordt opgeslokt door het stijgende zeewater. De klimaatproblemen baart een groep mensen, onder wie de Belgische onderzoeker Patrick Geryl, andere zorgen. 2012 zal volgens hen weleens het laatste jaar van de aardse beschaving kunnen worden.

"Op 21 december 2012 zal er een volledige vernietiging van de beschaving plaatsvinden", laat Geryl vanuit België weten. Een rare gedachte, zo zullen velen denken. Maar Geryl klinkt serieus en is zó zeker van zijn zaak, dat er haast wel iets meer achter moet zitten. Bij vernietiging moeten we volgens Geryl niet meteen denken aan een ontploffende aarde. "Nee, de aarde wordt niet vernietigd, zoals sektes zullen beweren. Er zal alleen een vernietiging van de beschaving, zoals we deze nu kennen, plaatsvinden. Het leven zal op het grootste gedeelte van de aarde enkele jaren onverdraagzaam zijn." De schrijver/wetenschapper baseert zijn uitspraken op de Mayakalender, die eind 2012 aan een nieuwe periode begint.

Op 21 december 2012 eindigt namelijk een periode van 26.000 jaar op de Mayakalender, een zogenaamde baktun. De ingewikkelde jaartelling van de Maya's begint dan weer bij 0. Volgens geschriften van het Zuid-Amerikaanse volk gaat dit 'einde der tijden' gepaard met een grote verandering. Een verandering waar iedereen zijn eigen draai aan kan geven. Geryl zoekt het in de astronomie. Op 21 december 2012 staan de aarde en de zon op één lijn met het hart van onze Melkweg. Een situatie die volgens hem een zogenaamde poolwisseling kan inluiden.

"Overal zijn er aardbevingen en vloedgolven zullen tot twee kilometer hoogte reiken. Australië en West-Europa komen onder water te liggen", aldus Geryl. "Dit heeft allemaal met de verhoogde zonneactiviteit te maken. De zonnesterkte is op haar hoogtepunt in 2012 en het stijgende aantal zonnevlekken toont aan dat er iets groots te gebeuren staat. Net zoals 11.800 jaar geleden zal het magnetische veld van de zon gaan draaien. De polariteit van de polen draait om. Dit noemen we een poolwisseling." Een poolwisseling houdt in dat de magnetische Noord- en Zuidpool van positie veranderen. In de theorie kan bijvoorbeeld Nederland de nieuwe Noordpool en Nieuw-Zeeland de nieuwe Zuidpool worden.

Wetenschappers nemen de doemscenario's van Geryl en andere 2012-aanhangers met grove korrels zout. Volgens de Belgische onderzoeker een hele verkeerde instelling: "Wetenschappers geloven niet wat er te gebeuren staat, omdat de Maya-theorieën bij hen volledig onbekend zijn. Ze kennen de zonnecyclus niet, dus zeggen ze niets zinnigs."

Geryl heeft besloten het noodlot niet af te wachten. Samen met belangstellenden vertrekt hij naar Afrika, om een veilig onderkomen te zoeken voor het naderende onheil. "Afrika is na 2012 de veiligste plek om te zijn. Het ligt hoog boven de zeespiegel, dus het is onbereikbaar voor de hoge vloedgolven die zullen ontstaan door de veranderingen in het magnetische veld. Bovendien is er in Afrika amper nucleaire activiteit. In Europa, Azië en Noord-Amerika zit het vol met kerncentrales." Volgens Geryl zal er na de poolwisseling een wereldwijde nucleaire 'meltdown' plaatsvinden, wat inhoudt dat alle kerncentrales zullen gaan lekken. "En dan wil je daar niet bij in de buurt zitten, toch?" stelt de Belg de retorische vraag. Een definitieve schuilplek heeft Geryl nog niet gevonden. "We zijn momenteel aan het kijken in Malawi, Madagaskar en Ethiopië. Ik weet nog niet zeker of we in de diepte of in de hoogte zullen schuilen. Bergen kunnen zinken en grotten kunnen onderlopen."

Wat Geryl wel zeker weet, is dat hij zorgt voor overlevingspakketten, waarmee hij en zijn handlangers twee jaar vooruit kunnen om de roerige periode op aarde te doorstaan. Maaltijdrepen, die de hoeveelheid benodigde calorieën en voedingsstoffen per dag bevatten, moeten daarvoor de oplossing gaan brengen. Alle geïnteresseerden mogen Geryl tijdens zijn overlevingstocht vergezellen. "Er hebben zich al vierhonderd mensen bij mij aangemeld", licht de onderzoeker toe. Overleving na 2012 raakt de handlanger wel in zijn portemonnee. "Iedereen die mee gaat dient 10.000 euro te betalen. Dit in verband met de reis naar Afrika en het voedsel voor maximaal twee jaar." De onderzoeker vindt het zelf geen astronomisch geldbedrag. "Het is misschien wel veel geld, maar als je je huis verkoopt is het niets. Mijn eigen geld is in 2012 in ieder geval op." De insteek van Geryl is dat bij een vernietiging van de beschaving, geld niets meer waard is, dus dat je het dan beter op kunt maken. Maar wat, stel je eens voor, wat als er nou eens helemaal niets gebeurt op die 21ste december. Wat als het noodlot plotseling toch niet toeslaat? Geryl: "Onmogelijk. Het gebeurt, daar is geen twijfel over mogelijk!"

vrijdag 5 juni 2009

Een avondje Shownieuws

(M)ilika Peterson: "Goedenavond dames en heren, welkom bij Shownieuws. Ik ben Milika Peterzon."
(V)iktor Brand: "En ik ben Viktor Brand. Welkom bij Shownieuws."

*

Vandaag in Shownieuws:
Patty Brard herstellende van zware buikoperatie, Marco en Leontien Borsato ontsnapt aan de vliegtuigramp voor de kust van Brazilië en Wesley Sneijder en Yolanthe gespot in innige houding op besloten VIP-feest.

*
M: Patty Brard is momenteel herstellende van een zeer zware buikoperatie. De 54-jarige presentatrice liet gisteren een achtergebleven jeugdpuistje, vlak onder haar navel, verwijderen. Hoewel het allemaal nog erg gevoelig is, wilde onze Patty vanmiddag wel reageren voor onze camera's.
"Jaaa, het is toch verschreeekkelijk. Dat miezerige dingetje zat er al vanaf mijn veertiende, maar nu moest het toch echt eens weg. Elke maand kon ik het groene kopje weer uitdrukken, dan houdt het een keer op hoor. Je wordt er dan moedeloos van."
M: Gelukkig verliep de operatie voorspoedig, al kan Patty haar buik nog niet volledig meebewegen. "Nee inderdaad, tijdens het poepen kan ik mijn bovenlichaam niet kaarsrecht houden, dat is dus een beetje rottig de komende weken. Verder zit ik onder de pijnstillers, want de pijn is natuurlijk verschreeekkelijk. Maar het leven gaat door, ik ben blij dat ik het gedaan heb. Het ziet er nu zoooveel mooier uit. Ik voel me weer hartstikke sexy als ik in mijn Zweedse lachspiegel kijk."
V: Nou, die Patty toch. Veel beterschap en gelukkig zien we haar maandagmiddag weer terug in Shownieuws.

*

V: Dan is het nu tijd voor iets heel anders, Milika.
M: Ja, Viktor, dat klopt. Marco Borsato en zijn vrouw Leontien ontsnapten vorige week maar ternauwernood aan de dramatische vliegramp voor de kust van Brazilië. De zanger en actrice waren in Argentinië voor Marco's nieuwe film toen het noodlot toesloeg. Marco vertelt er zelf over:
"Ja, het is allemaal een beetje eng hoor. Over achttien dagen vliegen we zelf terug via Rio de Janeiro. Het had dus net zo goed ons vliegtuig kunnen zijn. De schrik zit er dus goed in!"
V: Door het oog van de naald, zou je dus wel kunnen zeggen. De zanger en zijn vrouw maken het naar omstandigheden goed en zullen dus zoals gepland over achttien dagen terugkeren naar Nederland, waar ze ongetwijfeld een warm welkom te wachten staat.

*

M: Dan tot slot: Wesley Sneijder en Yolanthe gespot in romantische houding op een VIP-feest.
V: Het kersverse showbizzkoppel was aanwezig bij de verjaardag van Lange Frans, die speciaal voor deze gelegenheid Paradiso in Amsterdam had afgehuurd.
M: Eenmaal op het besloten VIP-feest, hadden de twee het erg naar hun zin, weet ook roddelfotograaf Joop van Tellingen ons te vertellen. Hij was ook aanwezig op het feest en we hebben hem nu aan de telefoon. Dag Joop!
"Dag Milika. Ja, wat een lekker stel is dat toch he, Yolanthe en Wesley. Ik kan je zeggen, ze hadden het erg naar hun zin. Samen liepen ze de hele avond rond, hebben nog even gedanst en hadden vooral erg veel lol."
M: Ja Joop, ze werden zelfs in een innige houding gesignaleerd?
"Och Milika, laat me er niet over beginnen. Het is toch geweldig he, dat lekkere stel. Ja, ze liepen hand in hand naar de eettafel. Zeg maar tussen de bitterballen en de borrelnoten in gingen ze staan en toen gaf Wesley zijn Yolanthe een lekkere smakkerd op d'r wang. Wat een lekker stel."
M: Joop bedankt voor je medwerking. ("Graag gedaan")
V: Nu schakelen we live over naar Volendam, want ook daar is geschokt gereageerd op de gebeurtenissen in Paradiso, toch Maureen?
"Ja Viktor, de hele buurt is uitgelopen. Yolanthe en Wesley op een VIP-feest in Paradiso. Ik sta naast John Keizer, die hier visboer is. John, wat vind je hier nou van?
'Ja het bewijst maar dat Yolanthe geen trouwe vrouw is he. Jan doet er veel beter aan om een nuchter palingvrouwtje aan zijn vishaakje te slaan.'
En wat vindt u hiervan mevrouw?
'Tis verschrikkelijk. Ik heb thuis ook wat tranen weggepinkt kan ik je vertellen. Ik vind het zo erg voor Jan. Dat hij dit op televisie moet zien. Het is zo'n leuke jongen, dit verdient hij niet! Dit wens je niemand toe!'
Maureen du Toit, vanuit Volendam. Terug naar jullie Viktor en Milika."
M: Dankjewel Maureen.

*

V: Dan is er nu een einde gekomen aan Shownieuws, Late Editie.
M: Wilt u op de hoogte blijven van het laatste shownieuws, kijk dan op teletekst pagina 800 of sms SHOW Aan naar 2323. Voor nu een fijne avond!
V: Fijne Avond!

vrijdag 29 mei 2009

Eten in het donker


"Ik ben zo benieuwd", fluistert een jongedame haar vriend toe in de rustgevende lounge van restaurant Ctaste. Ze speelt met haar donkerblonde krullen en haar voet danst nerveus op en neer. Haar vriend knikt goedkeurend, terwijl hij voorzichtig aan zijn tapbiertje nipt. Ze staan op het punt om de eetzaal te betreden. Een bijzondere eetzaal, want Ctaste is het enige restaurant in Nederland waar je in het pikkedonker kunt eten.

In de lounge van Ctaste staat een jonge vent, halverwege de twintig, netjes gekleed in pak. Het is bedrijfsleider Richard Ballij en hij instrueert alle aanwezigen over de gang van zaken bij Ctaste, voor we de eetzaal gaan betreden. "Wat jullie gaan eten blijft een verrassing, maar om jullie geen dingen voor te schotelen die jullie absoluut niet lusten, mogen jullie kiezen tussen een vlees-, vis-, vegetarisch- of verrassingsmenu. Ook kun je aangeven als je een bepaald soort eten niet wilt of mag hebben, dan houden onze chef-koks daar rekening mee." Verder laat hij niks los over het menu. Na de instructie worden Ellen en ik voorgesteld aan onze persoonlijke ober, Jeroen Govaard (27). Een vrolijke vent, met kort stijlvol haar en een bungelend ringetje in zijn linkeroor. "Hebben jullie er zin in?", vraagt hij ons terwijl hij lachend in zijn handen wrijft. Jeroen zorgt samen met de andere ober Steven voor de bediening bij Ctaste. Beiden zijn ze visueel beperkt. Het is een initiatief van de oprichters van het restaurant om ze aan te nemen, omdat visueel beperkten beter kunnen functioneren in het donker dan iemand met volledig zicht. Het is immers altijd donker voor hen. Jeroen geeft ons de laatste instructies en we moeten al onze lichtgevende eigendommen in een kluisje deponeren. Horloges, mobiele telefoons en zelfs zaklampen ("Je kunt het zo gek niet bedenken", aldus Jeroen) worden namelijk regelmatig gebruikt om het donkere avontuur te verstoren. "Als jullie klaar zijn mogen jullie elkaar bij de schouders pakken en dan lopen we in een polonaise naar jullie tafel", besluit Jeroen. Volgzaam verdwijnen we in de eetzaal.

Als een gordijn van zwarte mist omsluit het donker ons. Er klinken overal stemmen en een vrolijke achtergrondmuziek. Het moet aardig druk zijn en ik schat zo'n twintig tot dertig personen. Op de tast en met behulp van ober Jeroen nemen we na lang en voorzichtig schuifelen plaats achter onze gereserveerde tafel. Het beklemmende en duizelige gevoel van het totale duister krijgt even de overhand, maar na enkele minuten gaat het beter. Bij Ellen duurt het iets langer. Het gebrek aan licht heeft effect op de gevoelstemperatuur; ze rilt van de kou. Jeroen is weer terug, met een fles water. Moeiteloos geeft hij de fles aan als ik mijn handen onwennig in het duister uitsteek. Ook de handen van Ellen vindt hij direct en hij voorziet deze van twee waterglazen. Jeroen blijft nuchter over zijn moeiteloze functioneren in het donker: "Toen ik hier ben komen werken heb ik eerst een hele dag geoefend waar alle tafels waren en hoe alles lag. Het aangeven is niet zo moeilijk. Niemand zal namelijk een glas boven zijn hoofd verwachten. Het is gewoon een gewenning." Jeroen lijkt het hier makkelijker uit te drukken dan het daadwerkelijk is. Buiten dat hij elke tafel feilloos weet te vinden en alle volle borden en glazen zonder morsen voor de juiste persoon zet, weet hij ook precies wie er bij welke tafel zit. Zo onthoudt Jeroen al gauw minstens tien namen en de bijbehorende tafel. Ondertussen proberen we ons eerste dilemma te verhelpen: hoe weten we bij het inschenken van ons glas dat dit vol is? Ellen meet met haar vinger de waterstand in het glas. Ik gebruik mijn lippen om te voelen of de rand van het glas al is bereikt.

Jeroen is terug. Dit is te horen aan het kattenbelletje dat hij bij zich draagt en zijn onmiskenbaar vrolijke stem. Hij legt uit dat het voorgerecht wordt opgediend en nog voor hij is uitgepraat voel ik een bord voor me staan. Terwijl ik nog bezig ben met het sorteren van het bestek en het bijvullen van ons water, begint Ellen al te voelen op haar bord. We twijfelen over het bestek, maar besluiten onze handen te gebruiken. Er rolt iets ronds op het bord. Het is een cherrytomaat, die Ellen er moeiteloos tussenuit pikt. Ook de aanwezige ruccolasla is onmiskenbaar. Maar er ligt nog meer op het bord. Onherkenbaar koud vlees, een beetje taai, maar goed te eten. Het is niet heel vet aan de vingers en heeft een langwerpige vorm. We houden het op kip. Verder ligt er een stukje stokbrood en ernaast iets glibberigs. Dat smaakt als jam en zonder aarzelen gooi ik het met blote vingers op het stukje brood. Voor de zekerheid voelen mijn plakkerige vingers nog even over het hele bord – van buiten naar binnen – maar alles is nu echt op.

Tussen het voorgerecht en hoofdgerecht heb ik gekozen voor een spoom. Een spoom is een mousserende wijn (in dit geval een kava) met ijs, veelal gebruikt om de nasmaak van het voorgerecht te neutraliseren. De spoom is lekker fris, smaakt naar champagne en bevat een bolletje mango en passievrucht ijs: een combinatie van sprankelende smaken. Ondertussen moet Ellen naar het toilet. Er is afgesproken dat in deze gevallen Jeroen moet worden geroepen. Hij zal de gast met hoge nood dan veilig naar het (verlichte) toilet brengen. "Jeroen!", roep ik. "Ik kom eraan meneer!", klinkt het verderop. Dan grapt een stem van rechts: "Kun je niet zien dat hij druk is?" Onze overburen vullen aan: "Tsjongejonge, een beetje geduld he!" Ik excuseer me wijselijk en er wordt gelachen. Humor in donker met onzichtbare mensen, het geeft een raar gevoel. Alsof je tegen een muur praat, maar in dit geval praat de muur ook terug. Dan is het wachten op het hoofdgerecht. En wachten lijkt een eeuwigheid te duren in het aardedonker. Je kunt je tijd niet vullen met een gesprekje over die mooie satijnen stoeltjes, het prachtige eikenhouten interieur of die rare man in de hoek die meer soep in zijn baard dan op zijn bord heeft zitten. Je bent volledig op je andere zintuigen aangewezen. Het is dan ook niet gek dat het er luidruchtiger aan toe gaat dan in andere restaurants. Iedereen lacht, praat door elkaar heen en verwondert zich keer op keer over het duister.

Na een tijdje 'verschijnt' Jeroen weer. We hebben ondertussen niet stilgezeten; Ellen gooide de fles water van tafel en het heeft ons veel moeite gekost om deze van het gangpad te verwijderen, voor Jeroen zich er aan zou bezeren. Ik constateer dat het bord gevuld is met rijst, maar Ellen corrigeert en bestempelt het als couscous. Daar zou ze later gelijk in blijken te hebben. Bij de couscous zit een frisse saus. Nu besluiten we wel om onze vork als hulpmiddel bij het eten te gebruiken, omdat de couscous veel te klein is voor je vingers. De eerste scheppen gaan moeiteloos, maar naarmate het bord leger wordt schep je steeds vaker een lege vork in je mond en weet je niet waar de overige resten liggen verspreid. Voor dit dilemma vinden we het volgende: geregeld verzamelen we alle couscous met onze vingers in het midden van het bord. Van daaruit scheppen we het met de vork op. Bij de couscous is een heerlijk, mals stuk vlees toegevoegd. Het is net kip, maar het is zachter en de vorm is sierlijker. Ook nu gokken we verkeerd met kip. Als na even wacht het nagerecht wordt geserveerd is het gissen. Het smakenensemble van zoet, zuur en bitter brengt onze smaakpapillen in de war. We weten alleen de explosiesuiker, die ook de knetterende waterijsjes uit de supermarkt opleukt, er tussenuit te pikken. Als nu ook het laatste deel van de maaltijd is verorbert likken we onze vingers schoon van het plakkerige ijs en de slagroom. Nog één keer roepen we onze persoonlijke ober.

Jeroen ëscorteert ons terug naar de lounge. Uitgebuikt en met zere ogen nemen we plaats op de rustgevende banken. Bedrijfsleider Richard Ballij zal ons vertellen wat we zojuist hebben gegeten. Al bij de beschrijving van het voorgerecht klinkt er wat gegiechel en gejoel bij enkele Surinaamse dames. "Kangaroevlees!?" Gillend vliegen ze in elkaars armen. "Ik dacht aan een lekker biefstukje!", schatert de luidruchtigste van het stel. Het vlees van het hoofdgerecht brengt bijna dezelfde verbaasde reacties met zich mee. Niemand kon namelijk raden dat het om eend ging. In het nagerecht waren kletskoppen, bladerdeeg met baileysroom en diverse soorten ijs verwerkt.

Een kort gesprek met de bedrijfsleider leert ons dat het idee van Ctaste voortkomt uit het buitenland. Het concept is bedoeld om vooral de zintuigen smaak, tast en geur extra te stimuleren door het zicht weg te nemen. Toen de oprichters van Ctaste eens hebben gegeten in de vestiging in Parijs, besloten zij het naar Nederland te halen. "Zelf ben ik erin gestapt omdat ik wilde ondernemen met iets nieuws. Daar past dit concept perfect bij", aldus Ballij. We nemen afscheid van hem en Jeroen en slaan de weg in richting parkeerplaats. Ellen is nog in gedachten, maar laat plotseling van zich horen: "Dus we hebben gewoon kangaroevlees gegeten he..?"

maandag 4 mei 2009

Mediahype Apeldoorn

Het staat nog net niet met grote dikke koeienletters op de websites van de grotere media vermeld, maar kranten en actualiteitenprogramma's zijn op zoek naar iedereen die iets kan vertellen over het drama op Koninginnedag in Apeldoorn of liever nog over Karst Tates, de dader. De persen moeten rollen, de krantenpagina's gevuld en de televisie-uitzending ingedeeld. De mediahype is in volle gang.

Mediahypes zijn in het begin leuk, maar gaan net zo lang door totdat niemand (in dit geval) het woord Apeldoorn nog kan aanhoren. Het is een periode van dagen tot weken waarin elke dag het laatste 'nieuws' en de ontwikkelingen worden gegeven. Als er geen nieuws meer is, wordt er wel nieuws gemaakt. Experts over allerlei zaken worden uit hun grot getrokken en mensen op straat worden lukraak ondervraagd om maar iets te kunnen publiceren.

Piet uit Den Helder: 'Karst Tates? Ja die kende ik wel. Hij woonde drie straten achter mijn schoonmoeder. Ik heb hem de vuilnisbakken aan straat zien zetten toen we vorige zomer op bezoek waren in Huissen. Het leek me geen man die tot zoiets in staat was'

Joop, de plaatselijke visboer van Urk: 'Titus… Tates, dat was het ja! De vriendin van mijn neefje, d'r moeder heeft een kapsalon, waar de buurvrouw van de ouders van Tates vaste klant waren. Een stil manneken was het hoor, die Karel… Karst!'

Monique werkt achter de balie van IJssalon De IJsbeer in Huissen, de woonplaats van Tates: 'Ja Karst Tates. Heftig hoor. Hij kwam hier geregeld… vorige week nog! Een oubliehoorn, twee bolletjes vanille en één pistache en een toefje slagroom, ik weet het nog goed!'

En hupsakee, Hart van Nederland heeft weer twee minuten kunnen vullen met onzin over iets dat met het drama te maken heeft.

Nu ga ik zelf ook even aan die mediahype meedoen. Afgelopen vrijdag, in de hele vroege morgen, berichtte ik al kort over Apeldoorn. Gevolg: in de eerste drie dagen van mei bezochten al meer dan 700 afzonderlijke mensen mijn weblog. Hoog tijd dus voor een tweede bericht over het drama. We gaan naar Huissen, op 30 april, enkele uren na de aanslag. NOS interviewt caféhouder Sietse Braam van café Het Moment, naast het appartementencomplex waar Tates woonde. Braam vertelt over hoe hij Tates wel eens in zijn café zag. Hij zegt het op een manier alsof hij de man kende: "Ik zou nooit verwachten dat hij tot zoiets in staat was." Een dag later komen de camera's van Hart van Nederland op bezoek en weer is Braam in beeld. "Hij kwam hier eigenlijk amper", is nu zijn opvallende antwoord. Ook op 1 mei verschijnt in de gratis krant Metro een interview met diezelfde Sietse Braam. Daarin maakt de cafébaas het nog mooier: "Als ik een foto van hem zou zien zou ik hem misschien wel herkennen", zegt eigenaar en barman Sietse Braam. "Maar hij kwam hier zeker niet regelmatig. Misschien heb ik hem wel eens voorbij zien lopen." Hieronder de videobeelden, als bewijs.

Zo gaat het dus tijdens een mediahype. De media lopen blind hun neus achterna en iedereen die wat te vertellen heeft wordt geloofd. Raar eigenlijk dat niemand van HvNL of Metro voor het interview wat feitenkennis heeft opgedaan. Een blik op Google of het volgen van het journaal was immers genoeg geweest om de verdraaiing van Braam's woorden nader te ondervragen. Tijdens mediahypes wordt er niet meer zo goed op feiten gelet. Dus aan alle Pieten, Jopen en Moniques van Nederland: surf even naar de website van de SBS en meld je aan, want Hart van Nederland is nog naarstig op zoek naar mensen die iets over Karst Tates kunnen vertellen.

vrijdag 1 mei 2009

Tragedie in Apeldoorn

Terwijl ik vanuit werk naar huis rijd, zie ik langs de kant van de weg de vele Nederlandse vlaggen. Maar waar ze normaal gesproken trots wapperen in de stevige wind, hangen ze er nu verslapt en treurig bij. Vandaag heeft een tragedie plaatsgevonden in Apeldoorn. Karst Richard Tates, een 38-jarige man uit Huissen, besloot om met nog onbekende reden op de Koninklijke bus in te rijden. Zijn poging strandde echter op 'De Naald', het kunstwerk aan de Zwolseweg. In zijn allesvernielende weg richting het monument eiste de Suzuki Swift van Tates vijf onschuldige levens. Mensen die verheugd een glimp van de koningin hadden opgevangen, seconden later dood.

Twee slachtoffers zijn zojuist gelanceerd door de Suzuki van Tates, die zelf bewusteloos voorovergebogen achter het stuur zit. De impact van de klap is immens, waarbij zelfs de schoen van het meisje van haar voeten is gerukt. Voor een vergrote versie, klik op de foto. Voor meer foto's: klik hier. (niet voor zwakke magen).

Met een brok in haar keel spreekt Hare Majesteit in de namiddag het volk toe. Ze is overduidelijk emotioneel geraakt door de onbezonnen daad van Karst Tates. Op TV is het nieuws niet weg te slaan: de mediahype is in volle gang. Experts worden uitgenodigd, getuigen van het ongeluk en buurtbewoners van Tates ondervraagd. Het verbaast me hoeveel mensen zich bekommeren over het lot van Koninginnedag of de Koninklijke kliek, die op het moment van de 'aanslag' veilig vanuit een gepanserde bus toekeek. Persoonlijk bekommer ik me liever over het lot van de zeventien mensen (vijf doden, vier zwaargewonden en acht lichtgewonden) die zich níet konden verweren tegen het geweld van de dader. Waar een vernietigende blog over de vreselijke oranjenacht van Enschede had moeten staan, staat nu deze kleine berichtgeving over een nieuwe zwarte dag in de Nederlandse geschiedenis. – Wordt vervolgd? –

zaterdag 11 april 2009

Toiletgesprekken

Daar sta je dan, op zaterdagnacht, voor een urinoir in een plaatselijke kroeg, in uitgelekte plassen urine van je voorgangers een stom gesprek te voeren met een andere kroegganger die je vaak nog nooit hebt gezien. De vrouwelijke lezers zullen nu waarschijnlijk met een zuur gezicht voor hun computerscherm zitten en twijfelen of doorlezen de moeite waard is. De mannelijke lezers weten precies waar ik het over heb. Het is zo'n moment dat onvermijdelijk is in het uitgaansleven: het toiletbezoek. Dus voor alle vrouwen die willen weten wat er achter de gesloten deuren van de mannentoiletten gebeurt kan het toch lonen om even door te lezen.

Het is niet mijn stijl, praten tijdens het plassen. Ik concentreer me liever op het secure richtwerk en laat me volledig opgaan in de ontspanning. Toch zijn gesprekken in het uitgaansleven onvermijdelijk en zodoende kom je op het toilet de gekste mensen tegen. Het volgende scenario doet zich voor: na zorgvuldig een toilet te hebben uitgekozen ga je staan. Op dit moment is er geen weg meer terug en ben je afhankelijk van de deur, die ieder moment kan openslaan met God weet wat voor een figuur in de opening. Een selectie van types die het speelveld zouden kunnen betreden:

Type 1 (vrij vertaald naar Allard's ervaring): Je kent ze wel. Type Boris Boef. Zo'n grote, brede, kale, ongure, meestal ongeschoren man. Zojuist voor de zoveelste keer verwikkeld in een echtelijke ruzie en nu is hij het even beu. Wat doe je dan? Juist, je gaat naar het toilet. Een beetje mental coaching kan bovendien geen kwaad. "Kutwijven. Ze zijn allemaal hetzelfde." Het is een mooie opening van wat een hele interessante discussie kan worden. Je wilt echter geen ruzie met de man, dus glimlach je wat of bevestig je zijn stevige stelling. Dit is voor de man echter genoeg om het onderwerp verder uit te lichten. Zo ongeïnteresseerd als je bent probeer je zo snel mogelijk af te knijpen en de toiletten uit te hollen. Op het laatst schreeuwt de man je nog een bruikbare tip na: "Vrouwen, begin d'r niet an!"

Type 2 (gebaseerd op de woorden van Jesper): Het type clown. Zo'n kunstenaar die de WC gebruikt om zijn dansvloerescapades nog even extra dimensie te geven. Het zijn de figuren die vaak verantwoordelijk zijn voor de natte vloeren en de daarbij behorende klevende schoenzolen van andere toiletbezoekers. Bij binnenkomst tref je de kunstenaar in "no hands" positie aan achter het urinoir. Dat wil zeggen, beide handen netjes in gebogen toestand op de rug of in de zij. Een lastige positie voor mannen, omdat er hierbij weinig controle is over de richting van de straal. Je kiest strategisch een plekje zo ver mogelijk van de goochelaar vandaan, maar je blijft niet onopgemerkt. Snel schakelt de kerel over in normale positie en zal hij je quasirelaxed begroeten: "Hallo. Rustig hier he?"

Type 3: De vage kennis. Misschien is het toilet wel de ideale plek om de vage kennis tegen te komen. Mensen die je vaag kennen, maar je in de kroeg zelf meesleuren in ellenlange gesprekken waar je niet op zit te wachten. Op het toilet blijft het gesprek beperkt, heb je elkaar weer eens begroet en kun je snel weer verder. Een voorbeeldgesprek: (de vage kennis komt de toiletten binnen en ziet je gelijk staan) "Hee man, hoe is het met jou dan?" 'Ja z'n gangetje, (en de onvermijdelijke vervolgvraag) en met jou?' "Ja goed he, lekker zuipen" en je lacht even mee. "Hoe gaat het met je studie? Je deed toch journalistiek ofzo?" 'Ja klopt, nog steeds. Derde jaar nu. En jij?' "Ik ben met de derde studie gestopt. Dierengeneeskunde en Sociaal-Pedagogische Hulpverlening waren niks. Ik ga nu beginnen met werktuigbouwkunde in Groningen.' "Oke, leuk! En hoe is het met je vriendin? Mirjam?" 'Mireille, ja dat zit nog wel goed he, haha. Al vier jaar nu' "Mooizo", besluit je het gesprek en terwijl de vage kennis afschudt was je snel je handen om het toilet te verlaten. "Nou ik ga weer verder, we zien elkaar nog!" 'Zekerweten, kalm aan!'

Type 4: De dronken feestganger. Erger kun je ze niet tegenkomen, maar ze zijn wel het duidelijkst te herkennen. Als de dronken feestganger als schreeuwend en lallend de toiletruimte betreedt, laat hij geen omstander onbesproken. "heeeeuj, hoe is het? Alles goed? Heej Kerel! Tralalala!" Als de feestganger zijn toilet direct naast de jouwe heeft uitgekozen heb je pech. Nu moet je niet alleen opletten dat je zelf netjes in het porseleinen potje plast, maar dat je dronken buurman dat ook doet. In zijn eigen porseleinen potje welteverstaan. Ondertussen probeer je zijn zwiepende arm te ontwijken en zijn gebrabbel bevestigend te antwoorden. "heeeuj alles goed jongen? Wat kijk je serieus man. Feestuhh!" Bij nader inzien is een dronken feestganger toch niet het ergste dat je kunt aantreffen op het toilet. Meerdere dronken feestgangers zijn namelijk nog veel erger. Dan moet je je ogen overal hebben. Er wordt gedanst, gefeest, gebeukt, op je schouder geklopt en tot overmaat van ramp wordt er ook nog tegen je gesproken. Een verschrikkelijke ervaring.

Het zijn slechts vier van de vele types die je kunt aantreffen op de WC in de kroeg. Rustig plassen is er niet meer bij als je een avondje de stad in gaat. Mijn tip voor de mannen is daarom ook: kies zorgvuldig het moment uit waarop je het toilet betreedt. Moet je nodig en loopt er net iemand het toilet in die je er liever niet aantreft, drink dan eerst rustig je biertje op of bestel er nog één. Tip voor de vrouwen: Begin er niet aan, praten tijdens het plassen. Ga zo door!