Op de derde rij gaapt een blondine. Haar mond staat zo wijd open dat ik er wel naar moet kijken. Dan lijkt ze te zuchten, terwijl ze slaperig naar haar klasgenoten kijkt. Op de tweede rij zit een brunette. Ze heeft van dat lange krullende haar. Ook zij doet haar mond open, maar gaapt niet. Ze rolt het topje van haar wijsvinger beheerst over het puntje van haar tong. Dan verdwijnt haar hand naar onderen, om uit te komen bij haar rode sandalen. Er zal een vlekje op zitten, want haar natte vinger poetst over de felrode lak. Op de eerste rij zit een jongedame onderuitgezakt op haar stoel. Ze is verveeld, met haar linkerhand in het haar dat inmiddels alle kanten op staat. De vingers van haar rechterhand trommelen speels op haar bovenbeen. Verveling alom tijdens de diploma-uitreiking van afgestudeerde HBO-'ers. Zelf zit ik in de zaal. Ik ben meegekomen met Ellen, die haar diploma komt ophalen.
Een diploma-uitreiking stelt op zich niets voor. Je komt binnen, gaat zitten, zet wat handtekeningen en je bent klaar. Dat zou je zeggen, maar scholen maken er een gewoonte van om van deze gelegenheden een hele happening te maken. Een toespraak van hem en een anekdote van haar. Wat gedichtjes, beloftes en complimentjes en je bent zo een paar uur verder. En voor alles moet worden geklapt, ook wanneer de leraren en directeuren van de academie worden genoemd. Na elke naam klinkt een luid en vrolijk applaus. Het zal wel zo horen, denk ik en wacht tot ook het publiek wordt voorgesteld. "En daar, lieve mensen, achter de parterre, op de eerste rij van de zaal, links van het midden zit Wilco Louwes dames en heren!" Onder luid gejoel en overweldigend applaus sta ik op, wuif de honderd mensen enthousiast toe, maak een lichte buiging en ga weer netjes zitten in afwachting van de aankondiging van mijn buurman. Maar zo zou het niet gaan deze middag. Het bleef bij de leraren, begeleiders en de directeur van de academie, Fons Pol.
Hij is de eerste die zijn zegje mag doen. En hij laat dit moment niet onopgemerkt voorbijgaan. Pol begint de toespraak met een spreuk van zijn kalender. "Scholen leren je niet om…" en de rest van de spreuk moeten jullie tegoed houden. Terwijl ik bezig was met het ontcijferen van het eerste gedeelte, was het tweede deel al uitgesproken en tijdens het nadenken over wat het tweede deel had kunnen zijn, was het eerste deel van de spreuk mij al ontschoten. Maar één ding werd me wel duidelijk: de beste man heeft geen leuke kalender. Niet zo'n Fokke en Sukke geval, met elke dag een leuke strip. En ook geen van Playboy met elke maand een nieuwe schaarsgeklede dame. Nee, dit is een kalender waarop elke dag een wijze spreuk te lezen valt. Zo'n scheurkalender die je beter 's avonds vast kan bekijken, omdat hij slaapverwekkend is in plaats van verfrissend. Op de eerste rij hebben twee figuren de spreuk wel gehoord en zo te zien ook begrepen. De jongen en het meisje knikken instemmend. Hij heeft een bril en is in een net pak gehesen, een beeld zoals je die kunt hebben van een echte nieuwslezer. Zij is ook degelijk gekleed. Op haar hoofd danst een grote bos met bruine krullen. Ze passen wel bij elkaar: beide even serieus en beide met gekruiste handen in hun schoot. Net een echtpaar dat tijdens hun veertigste huwelijksjaar op zondagochtend op de bus naar de kerk wacht.
Na de toespraak is het wachten. Wachten op de beloftes. Wachten op de handtekeningen. Wachten zoals ik eerder die dag deed in de receptie van TC Tubantia, waar ik in september mijn eerste stage ga lopen. Bij de receptie aangesloten zit ook een servicebalie van Mondial Tours, waar drie zonnebank gebruinde dames lezersreizen van Tubantia-leden verzorgen. Tijdens het wachten op mijn stagebegeleider vang ik een aantal gesprekken op. "Ik zeg tegen die vrouw, ik zeg je moet wel switchen. Dat is verstandiger zeg ik. Maar die vrouw zegt van nee en dat doe ik niet enzo, maarja we moeten toch wel paal en perk stellen." De rossige vrouw, die even daarvoor het gebouw nog kuierend betrad, lijkt te vragen om een bevestiging van haar collega's. En die krijgt ze. Van de zwartharige die ondertussen enkele blaadjes aan elkaar niet. "Ja, dat soort dingen houd je toch wel hoor", zegt ze monotoon. De derde vrouw kent de problemen van de rossige meid. "Gisteren werd ik me toch afgeblaft door een klant; ik was me van geen kwaad bewust!"
Terug bij de diploma-uitreiking zijn de beloftes in volle gang. De belofte houdt in dat de verpleegkundige belooft zich aan het recht op privacy van haar toekomstige patiënten houdt. Deze belofte dient beantwoord te worden met 'ja dat beloof ik' of 'zo waarlijk helpe mij God almachtig'. 62 geslaagden houden het simpel en zeggen 'ja dat beloof ik', maar één student, de nieuwslezer van de eerste rij, is tegendraads. "Zo waarlijk helpe mij God almachtig." Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Alsof het niets is! Even laten zien dat je de Nederlandse taal beheerst. Dat je die zin wel durft uit te spreken ten overstaan van honderd aanwezigen. Dat je twee uur hebt geoefend om het er zo vloeiend mogelijk uit te krijgen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Even die rust pakken als je naam wordt genoemd en op het moment dat de zaal stilvalt van verwachting, floep je het er in één keer uit.
En dat maakt indruk.
Alsof je tijdens een uitje met je vrienden, die allen een Cola bestellen, voor jezelf een Cola Light laat serveren. Even laten zien dat jij wat anders hebt. Wat lekkerder is.
Ik ga deze uitsmijter ook maar instuderen.
En dat beloof ik!
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten